5.2 Voorbereiding
Koppel het toestel aan op de netspanning om het in te schakelen. Het
toestel voert een zelfcontrole uit.
5.3 Overzicht toetsen
toets
omschrijving
Druk op STORE/RECALL om een vooraf ingestelde waarde
in de geheugenbank op te slaan/op te roepen.
Druk op V/A om te schakelen tussen de stroom- en
V/A
spanningsmetingen.
Druk op USB om de USB-laadmodus te activeren. Stel de
spanning in op 5.2 V en de stroom op 3 A. Druk op OUT om
het toestel als lader te gebruiken. Druk nogmaals op USB
om de functie te verlaten.
Druk op OUT om de voedingsuitgang in te schakelen en de
stroom- en spanningswaarden op de display weer te geven.
Druk nogmaals om de functie te verlaten.
Druk op UP om de achtergrondverlichting in te schakelen.
Druk op DOWN om de achtergrondverlichting uit te
schakelen.
Druk op LEFT om het schermcontrast te verlagen.
Druk op RIGHT om het schermcontrast te verhogen.
Druk op SET en stel de waarden in met de pijltjestoetsen.
SET
Druk op V/A om tussen stroom en spanning te schakelen.
5.4 Basisfuncties
Spanning en stroom instellen
1.
Sluit het toestel aan op het lichtnet.
2.
Druk op OUT om de voedingsuitgang uit te schakelen.
3.
Druk op V/A om de spannings- of stroommodus te selecteren.
4.
Druk op SET om de instelmodus te activeren.
5.
Druk op
waarde met
V. 03 – 28/10/2016
of
om de waarde te selecteren. Druk op de geselecteerde
of
.
LABPSHH01
12
©Velleman nv