Je microscoop bestaat uit de volgende
onderdelen (afb.1-6):
1 10x WF oculair
2 16x WF oculair
3 Barlow-lens
4 MicrOculair
5 Oculairbuis
6 Microscoopkop
7 Blokkeerschroef
8 Objectiefrevolver
9 Objectief
10 Klem
11 Microscooptafel
12 LED-lampje (doorvallend licht)
13 Microscoopvoet
14 Regelwiel voor de verlichting
15 Stroomaansluiting
16 Scherpteregeling
17 Kleurenfilterschijf
18 LED-lampje (oplicht)
19 Photomizer SE Software
20 10 objectglazen, 10 dekglaasjes en 5 houd-
bare preparate in een box van kunststof
21 Preparaten:
a) Gist
b) Inbedmedium „Gum-Media"
c) Zeezout
d) Garnaleneieren
22 Trafo met netstekker en stroomkabel
23 Microtoom, apparaat om hele dunne plak-
jes te snijden
30
24 Garnalenbroedtank
25 Pincet
26 Pipet
27 Transportkoffer
Waar werk ik het best met de microscoop?
Let erop dat de tafel of kast of waar je de mi-
croscoop op neer wilt zetten, stabiel is en ste-
vig staat zonder te wiebelen.
Bovendien moet er een stopcontact in de
buurt zijn om de lamp van de microscoop van
stroom te voorzien (220-230V).
Hoe bedien ik de elektrische
LED-verlichting?
Voor de verlichting heb je de trafo met netstek-
ker en stroomkabel nodig (afb. 6, 22). Eerst
steek je de kleine stekker van de stroomkabel
in het contact aan de achterkant van de mi-
croscoop (afb. 1, 15). Steek de grote netstek-
ker daarna in het stopcontact.
De microscoop heeft twee lampen. Er zitten
geen gloeilampen in, maar moderne lichtdio-
des (LED). De eerste lamp schijnt van onder
op het preparaat en de tweede lamp van bo-
ven. (Dat, wat je onder de microscoop wilt be-
kijken, heet trouwnes object of preparaat.) Je
kunt elke lamp apart gebruiken, maar ook al-
lebei tegelijk. Hiervoor dient het regelwiel (afb.
1, 14). Hier staan drie nummers op: I, II en III.
Kies je voor...
I,
dan komt het licht van onderen (doorlicht).
I,
dan schijnt het licht alleen van boven
(oplicht).
III, dan belichten beide lampen het preparaat.
Voor doorzichtige objecten (doorlicht-objec-
ten) is nr. I het best. Om vaste, ondoorzich-
tige objecten (oplicht-objecten) te bekijken,
kies je voor nr. II. Voor halfdoorzichtige objec-
ten gebruik je het best nr. III.
Stand III is voor doorlicht-objecten op object-
glazen niet prettig werken, omdat er storende
spiegelingen op de objectdrager kunnen op-
treden.
Waarvoor gebruik ik de kleurenfilterschijf?
De kleurenfilterschijf (afb. 1, 17) bevindt zich
onder de microscooptafel (afb. 1, 11). De
schijf is handig om erg lichte of doorzichtige
preparaten beter te kunnen bekijken. Je kunt
hierbij voor verschillende kleuren kiezen. Zo
kun je de details van kleurloze of doorzichtige
objecten (bijv. zetmeelkorrels, ééncelligen)
beter bekijken.
Hoe stel ik mijn microscoop goed in?
Draai eerst de schroef (afb. 1, 7) los en draai
de microscoopkop (afb. 1, 6) in een prettige
observatiestand.