Navigatie
Navigatie
Opmerking:
Alleen voor apparaten met navigatiesoftware.
GEVAAR!
Gevaar voor de verkeersveiligheid door
gebruik van de navigatie.
Het gebruik van de navigatie kan uw aandacht van het
verkeer a eiden en tot ernstige ongevallen leiden!
Stel tijdens het rijden niets in. Stop daarvoor (bijv. voor
de invoer van bestemmingen) op een geschikte plek en
bedien uw apparaat terwijl het voertuig stil staat.
De gebruikte navigatiedata kunnen onvolledig of verou-
derd zijn of vanwege andere redenen niet overeenko-
men met de daadwerkelijke verkeerssituatie. Let bij het
volgen van een geplande route altijd op de daadwerke-
lijke verkeerssituatie en richtinginformatie.
Navigatiedata laden
De navigatiesoftware en kaarten bevinden zich op een
MicroSD-kaart. Bij apparaten met navigatie wordt het ap-
paraat met de MicroSD-kaart in een MicroSD-kaartsleuf
uitgeleverd. Om de navigatie te kunnen gebruiken, moet
de MicroSD-kaart in de kaartsleuf zijn geplaatst.
Download van kaartdata en opties
Om voor u bij aanschaf van het apparaat de laatste stand
van het kaartmateriaal te garanderen, bestaat 30 dagen
na de eerste GPS-plaatsbepaling de mogelijkheid via de
Toolbox (momenteel alleen voor Microsoft Windows®
pc's, download van www.naviextras.com) eenmalig en
kosteloos de meest actuele kaartgegevens op de stan-
daard MicroSD-kaart te downloaden. Later kunt u hier al-
tijd nieuw kaartmateriaal aanscha en tegen een vergoe-
ding. Enkele opties of functies van de navigatiesoftware
kunnen alleen via aankoop van extra uitrustingspakket-
ten (bijv. TMC Pro/Pay TMC) via de Toolbox worden ge-
bruikt.
Belangrijke opmerking:
Bij verlies of beschadiging van de MicroSD-kaart
gaat de daaraan gekoppelde navigatiekaartlicentie
verloren. In dat geval moet de licentie, samen met
een nieuwe MicroSD-kaart opnieuw worden aange-
schaft.
136
Navigatie starten
u Kies in het hoofdmenu de app Navigatie (zie hoofd-
stuk "Hoofdmenu").
of
u Druk op de knop NAVI.
Eerste gebruik
Wanneer u de navigatie voor de eerste keer gebruikt,
dan wordt automatisch de con guratie-assistent gestart.
Met behulp van deze con guratie-assistent kunt u bijv.
de taal van de navigatie instellen, de overdracht van GPS-
data toestaan en verschillende basisinstellingen van de
navigatie instellen.
Zodra u in de con guratie-assistent de gewenste instel-
lingen heeft gemaakt en bevestigd, dan wordt het navi-
gatiemenu geopend (zie laatste paragraaf).
Navigatiemenu
1
7
6
5
In het navigatiemenu vindt u de volgende functies en
weergaven:
1
Naar de kaartweergave gaan
2
Bestemming invoeren/selecteren (zie paragraaf
"Bestemming invoeren")
3
Route met mogelijke tussenbestemmingen maken,
resp. geplande route bewerken/wissen (zie paragraaf
"Route plannen")
4
Menu voor extra opties openen (zie paragraaf "Extra
opties")
5
Menu voor navigatie-instellingen openen
6
TMC-verkeersberichten weergeven
7
Navigatie beëindigen
2
4
3