4) Gebruiksinstructies
1. Als de trimmer wordt ingeschakeld, moet de be-
schermkap naar het lichaam gericht zijn.
2. Draag een vizier of een veiligheidsbril, gesloten scho-
nen met stroeve zool, nauwsluitende werk-kleding en
gehoorbescherming.
3. Houd de trimmer altijd vast. Zorg altijd dat u stevig op
een veilige plaats staat.
4. Werk uiterst voorzichtig in onoverzichtelijk, dichtbe-
groeid terrein!
5. Laat de trimmer niet in de regen staan.
6. Maai geen nat gras! Werk niet bij regen met het trim-
mer.
7. Wees voorzichtig op hellingen of in oneffen terrein:
kans op uitglijden!
8. Maai op hellingen alleen dwars op de helling, voor-
zichtig bij het keren!
9. Wees bedacht op boomstronken en wortels; struikel-
gevaar!
10. Vermijd het gebruik van de trimmer in slechte weers-
omstandigheden, vooral als er een risico van een
onweersbui.
11. Het hoge toerental van het snijgarnituur en de licht-
netaansluiting kunnen voor bijzonder ge-vaarlijke
situaties zorgen. Bij het werken met de trimmer moe-
ten daarom speciale veiligheids-maatregelen worden
getroffen.
12. Blijk geven van veilige behandeling van de trimmer
kan door de verkoper of een specialist.
13. Deze trimmer is niet bedoeld voor deze om te wor-
den gebruikt door personen (inclusief kinderen) met
verminderde lichamelijke, zintuiglijke of geestelijke
vermogens of gebrek aan ervaring en / of kennis,
tenzij ze worden begeleid door een persoon die
verantwoordelijk is voor hun veiligheid of ontvangen
van hun instructies, zoals de trimmer wordt ge-
bruikt.
14. Geef altijd de handleiding mee! 2. Jongeren onder de
16 jaar mogen het apparaat niet gebruiken.
15. Degene die het apparaat gebruikt, draagt verant-
woordelijkheid tegenover derden die zich binnen het
werkgebied van het apparaat bevinden.
16. Wie met de trimmer werkt, moet uitgerust, gezond
en in goede lichamelijke conditie zijn. Neem op tijd
rustpauzes! Na gebruik van alcohol of verdovende
middelen mag niet met de trimmer worden gewerkt.
17. Binnen een straal van 15 m mogen zich andere per-
sonen (kinderen!) noch dieren bevinden, daar stenen
e.d. door de draaiende snijkop kunnen worden weg-
geslingerd.
Belangrijke aanwijzingen opdat u uw aanspraak op ga-
rantie niet verliest:
• Houd de luchtspleet schoon.
• Werk niet met een langere snoer dan de door het
mesje afgesneden lengte.
• Gebruik alleen speciale monodraden en originele
spoelen tot max. 1,4 mm ø (1,6 mm) (blij voorkeur
onze originele draden).
• Druk de snijkop niet op de grond, daardoor wordt de
ingeschakelde motor afgeremd.
Gebruiksaanwijzing | NL
• Sla de snijkop niet op een harde ondergrond daar
anders de motor uit balans raakt.
5. Montage van de beschermkap
Leg de beschermkap zo op het motorhuis van de grass-
trimmer, dat de beide geleidestukjes van de bescherm-
kap in de daarvoor bedoelde uitsparingen van het motor-
huis liggen. Draai nu de beschermkap 90 graden tot in de
juiste positie, zoals op de tekening staat aangegeven. De
geleidestukjes van de beschermkap moeten op de juiste
wijze in het daarvoor bedoelde bevestigingsgat van het
motorhuis grijpen. Tenslotte bevestigt u de beschermkap
met de montageschroef die aan de onderzijde van de
beschermkap in de houder zit geklemd (afb. 3).
6. Aansluiting
(afb. 4)
De apparaten kunnen allen aan een eenfase wissel-
stroom worden aangesloten. De machines zijn volgens
VDE 0700, klasse II en CEE 20 geïsoleerd. Controleer
voor het ingebruikneming of de netspanning overeen-
komt met de op het type plaatje aangegeven spanning.
Minimale draaddiameter van de verlengkabel:
1,5 mm
• Steek de netsteker in de contrasteker van de verleng-
kabel.
• Om het snoer te ontlasten, een lus van het verlengs-
noer door de opening in de handgreep steken en over
de snoerontlastingshaak leggen.
• Na het werken, de lus naar voren over de haak schui-
ven en uit de handgreep trekken. De stekker uit het
stop-contact halen.
7. In-, uitschakelen
Om met uw trimmer te werken:
• Neem een veilige houding aan.
• Houd het apparaat vast .
• Ga rechtop staan. Houd het apparaat ontspannen vast.
• Plaats de snijkop niet op de grond.
• Druk de schakelaar 1 in.
• Laat de schakelaar weer los om het apparaat uit te
schakelen.
8. Hellingshoek en steellengte instellen
Lengte van de steel instellen (afb. 6): knop 1 indrukken
en lengte van de steel zo gunstig mogelijk instellen (3
vastzetposities).Knop 2 indrukken en de voorste hand-
greep in de optimale positie instellen.
Hellingshoek instellen (afb. 7): knop 3 indrukken de trim-
merkop wordt ontgrendeld en ten opzichte van de steel in
twee andere posities draaibaar.
De middelste stand is bedoeld om met de strimmer ge-
makkelijk onder obstakels, zoals bijvoorbeeld struiken of
zitmeubilair, te kunnen komen.
De onderste stand heeft men nodig voor het maaien
van de randen, op de manier zoals die in het volgende
onderdeel van dit hoofdstuk wordt beschreven.
(afb. 1 - 3)
2
(afb. 5)
NL-4