7.2.3 Paging-ingang
De ingang PAGING IN (24) met verhoogde
prioriteit (
☞
tabel afb . 5 in hoofdstuk 3)
biedt een bijkomende mogelijkheid voor het
aansluiten van een monogeluidsbron met
lijnniveau (bijv . een microfoon met voorver-
sterker of de lijnniveau-uitgang van een tele-
fooninstallatie) . De steekschroefklemmen zijn
gebalanceerd bedraad .
7.3 Stereogeluidsbronnen
Sluit apparaten met een stereo-uitgang (bv .
cd-speler) aan op de cinch-jacks LINE IN (28)
van de ingangen CH 4 of CH 5 . Omdat de ver-
sterker monofoon werkt, worden het linker
en rechter stereokanaal naar een monosignaal
gemengd .
De signalen van de ingangen CH 4 en CH 5
hebben de laagste prioriteit en worden door
een signaal op een ingang met hogere prio-
riteit automatisch gedempt (
5 in hoofdstuk 3) .
7.4 Tafelmicrofoon PA-4300PTT
Met deze tafelmicrofoon (afzonderlijk toebe-
horen,
☞
figuur 3) kunnen er aankondigin-
gen gedaan worden in de PA-zones die op de
versterker zijn geselecteerd . Het echter ook
mogelijk om aankondigingen met erg hoge
prioriteit, ongeacht de geselecteerde zone
op de versterker, in alle zones weer te geven .
1) Verbind de jack OUTPUT (40) van de
tafelmicrofoon met de RJ-45-aansluiting
PA-4300PTT (35) van de versterker .
2) Op elke PA-4300PTT-microfoon kunt u
weer een volgende microfoon aansluiten .
Verbind hiervoor de aansluiting LINK (41)
met de aansluiting OUTPUT (40) van een
andere PA-4300PTT etc . tot maximaal 3
tafelmicrofoons en de versterker met el-
kaar verbonden zijn . De totale lengte van
de aansluitleiding mag niet meer dan 1000
m bedragen .
3) De tafelmicrofoon is verbonden met ka-
naal CH 1, daarom mag tegelijk geen
microfoon op de XLR- / stekkerbus CH 1
worden aangesloten .
4) Draai de regelaar GAIN (30) op de ingang
CH 1 met behulp van een kleine schroeven-
draaier volledig naar rechts (−50) .
5) Voor de PA-4300PTT is fantoomvoeding
nodig . Druk daarom de toets PHANTOM
POWER (31) op de ingang CH 1 in .
Opgelet: Schakel de versterker uit, demp de
uitgangen of draai de MASTER-regelaar (11) in
de stand "0", om de schakelaar te bedienen . Zo
vermijdt u luide schakelploppen .
6) Selecteer met de schakelaar MIC PRIORITY
(36) met nummer 1 of de prioriteit voor de
tafelmicrofoons verhoogd moet zijn (on-
derste stand ON) of niet (bovenste stand) .
Deze instelling geldt echter alleen voor de
PA-4300PTT waarop de schakelaar PRIORI-
TY is uitgeschakeld (
40
7.5 Commandomicrofoon PA-2400RC
Met deze commandomicrofoon (afzonderlijk
toebehoren,
gingen met hoogste prioriteit gedaan wor-
den (
kunt u op de PA-2400RC telkens selecteren,
in welke PA-zone de aankondiging hoorbaar
moet zijn . Bovendien is het mogelijk om
opgeslagen berichten uit de plug-inmodule
PA-1120DMT op te vragen .
foons worden met het signaal van de ingang
CH 2 gemengd . De volumeregelaar (2) en de
klankregelaars (3) van kanaal CH 2 beïnvloe-
den zo beide signalen .
1) Stel via de schakelaar nr . 6 van het rech-
ter DIP-schakelblok (48) aan de achterzij-
de van de commandomicrofoon in, met
welke versterker de commandomicrofoon
gebruikt wordt:
☞
tabel figuur
Stand ON:
bovenste stand: PA-2420Z (20 zones)
2) Verbind de jack OUTPUT (46) van de
commandomicrofoon met de RJ-45-bus
PA-2400RC (34) van de versterker . Op elke
commandomicrofoon kunt u opnieuw een
andere microfoon aansluiten . Verbind
hiervoor de aansluiting LINK (45) met de
aansluiting OUTPUT (46) van een andere
PA-2400RC etc . tot maximaal 32 com-
mandomicrofoons en de versterker met
elkaar verbonden zijn . De totale lengte
van de leiding mag niet meer dan 1000 m
bedragen .
3) Zorg voor een correcte afsluiting van de
leiding om storingen bij de signaalover-
dracht te vermijden . Hiervoor plaatst u
op het laatste apparaat van de ketting
de 6de schakelaar TERMINATION van het
DIP-schakelblok (47) in de onderste stand
(ON) . Bij alle andere apparaten moet de
schakelaar in de bovenste stand blijven
staan .
4) De commandomicrofoons worden via
de versterker gevoed . Bij aansluiting van
meer dan 3 commandomicrofoons op een
versterker of bij gebruik van een te lange
kabelverbinding, volstaat de voedings-
spanning niet .
dingsspanning via de versterker aan . Als
deze led knippert, dan is de voedingsspan-
ning te laag . In dit geval sluit u op de bus
24 V⎓ (44) een stabiele netadapter met
een laagspanningsstekker 5,5 / 2,1 mm
(buiten- / binnendiameter) aan . Let hierbij
op de correcte polariteit:
centercontact = ⊕ .
adapter wordt geleverd, wordt via de aan-
sluitingen OUTPUT (46) en LINK (45) ook
aan de daarop aangesloten commandomi-
crofoons doorgestuurd, zodat deze geen
eigen netadapter nodig hebben, als de eer-
☞
hoofdstuk 8 .6 .1) .
ste voldoende groot is (stroomverbruik per
PA-2400RC: 130 mA) .
5) Stel op de versterker met de schakelaar
MIC PRIORITY (36) met het nummer 2
een verhoogde prioriteit (onderste positie
ON) in .
☞
afb . 4) , kunnen aankondi-
☞
tabel afb . 5 in hoofdstuk 3) . Daarbij
De signalen van de commandomicro-
PA-2410Z (10 zones)
De led AMP POWER (55) geeft de voe-
De voedingsspanning die via de net-
7.5.1 Apparaatadressen instellen
Om de communicatie tussen de versterker
en de commandomicrofoons vlot te laten
verlopen, moeten aan alle aangesloten
PA-2400RC-apparaten verschillende databus-
adressen worden toegewezen . Dit gebeurt
(als binaire code) met de schakelaars 1– 5
"ID" van het DIP-schakelblok (47) aan de ach-
terzijde van de commandomicrofoon .
Opmerking: Stel de adressen steeds in bij uitgescha-
kelde versterker, omdat een adreswijziging tijdens het
gebruik niet herkend wordt .
7.6 Opnameapparaat,
monitorsysteem
Een opnameapparaat, een monitorsysteem of
een bijkomende versterkerinstallatie kan op de
jacks REC (27) aangesloten worden . Hier is het
mengsignaal van alle ingangen onafhanke-
lijk van de regelaar MASTER (11) beschikbaar .
De cinch-jacks zijn als L (links) en R (rechts)
beschikbaar voor stereo-opnameapparatuur .
Omdat de versterker monostabiel werkt, zijn
de signalen op beide bussen identiek .
PA-2410Z: Neem hoofdstuk 8 .7 .1 in acht!
7.7 Externe signaalbewerking
Voor de externe klank- of dynamiekbewer-
king kunt u bijv . een equalizer of compressor
via de jacks PRE OUT en AMP IN (26) op de
signaalweg aansluiten .
1) Verbind de ingang van het apparaat met de
jack PRE OUT om het signaal te bewerken .
2) Verbind de uitgang van het apparaat met
de jack AMP IN .
Door het gebruik van de jack AMP IN wordt
de interne verbinding tussen de voorverster-
ker en de eindversterker voor de volumere-
gelaar MASTER (11) onderbroken .
PA-2410Z: Neem hoofdstuk 8 .7 .1 in acht!
7.8 Schakelingangen
Voor de afstandsbesturing van de verster-
ker via schakelcontacten zijn de volgende
schroefklemparen beschikbaar .
7.8.1 Afstandsbediend
in- en uitschakelen
Om de versterker afstandsbediend in en uit
te schakelen, verbindt u een sluitcontact met
de klemmen POWER REMOTE (19) .
Opmerking: Bij een gesloten POWER REMOTE-
contact kunt u de versterker niet uitschakelen met
de schakelaar POWER (13) .
7.8.2 Alarmingang
Via een sluitcontact op de klemmen E / M
MESSAGE CONTROL (25) wordt de versterker
voor een noodbericht ingeschakeld (als hij al
niet in gebruik is) en alle zone-uitgangen wor-
den geselecteerd; bij het model PA-2410Z is
het volume van het noodbericht onafhankelijk
van de ingestelde zonevolumes . Als er be-
richtengeheugenmodule (bijv . PA-1120DMT)
geïnstalleerd is, kan automatisch een opge-
slagen noodbericht (geheugenplaats M6)
weergegeven worden .
Deze ingang kan bijv . met de schakeluitgang
van een alarminstallatie worden verbonden .