externe randen van het opgehoopte materiaal
richten. Richt de luchtstroom nooit naar het
centrum van het opgehoopte materiaal.
6.5 STOPPEN
Om de machine te stoppen, verplaats de
schakelaar naar de stopstand (Afb. 4.A.1).
Na de machine stopgezet te hebben,
moet men enkele seconden wachten
vooraleer de rotor tot stilstand komt.
De machine steeds stoppen:
– tijdens verplaatsingen tussen werkzones.
Houd tijdens de verplaatsingen
nooit de hand op de startschakelaar om
ongewilde inschakelingen te vermijden.
6.6 NA HET GEBRUIK
• Haal de accu uit zijn zitting en
laad hem op (par. 7.2.2).
• Laat de motor eerst afkoelen vóór de machine
in elke willekeurige ruimte op te bergen.
• Reinig de machine (par. 7.3).
• Controleer of er geen onderdelen los of
beschadigd zijn. Vervang, indien nodig, de
beschadigde onderdelen en klem eventueel
schroeven en moeren die losgekomen
zijn weer vast of neem contact op met
het geautoriseerde dienstcentrum.
BELANGRIJK Verwijder steeds de accu
(par. 7.2.2) elke keer wanneer de machine
ongebruikt of onbewaakt achtergelaten wordt.
7. GEWOON ONDERHOUD
7.1 ALGEMEEN
BELANGRIJK De in acht te nemen
veiligheidsnormen zijn beschreven in
hfdstk. 2. Neem deze aanwijzingen strikt in acht
om geen ernstige risico's of gevaren te lopen.
Vooraleer eender welke ingreep
voor onderhoud aan te vangen
• Breng de machine;
• haal de accu uit zijn zitting en
laad hem op (par. 7.2.2);
• laat de motor eerst afkoelen vóór
de machine in elke willekeurige
ruimte op te bergen.
• draag geschikte kledij, werkhandschoenen
en een beschermende bril;
• lees de desbetreffende instructies.
– De frequenties en de soorten ingrepen
zijn samengevat in de "Tabel Onderhoud"
(zie hfdstk. 12). Het doel van de tabel is
om uw machine een optimale conditie
te laten behouden. Hierin staan de
voornaamste ingrepen en de tijden waarop
ze uitgevoerd moeten worden. Voer de
desbetreffende handeling uit in functie
van de eerstkomende vervaldatum.
– Het gebruik van niet originele wisselstukken
en toebehoren kan negatieve gevolgen
hebben op de werking en de veiligheid
van de machine. De fabrikant wijst alle
aansprakelijkheid af in geval van schade
of letsels veroorzaakt door die producten.
– De originele wisselstukken worden
geleverd door de geautoriseerde
oproepcentrale en wederverkopers.
BELANGRIJK Alle werkzaamheden
voor onderhoud en afstelling die niet in
deze handleiding beschreven zijn, moeten
uitgevoerd worden door uw Wederverkoper
of door een gespecialiseerd Centrum.
7.2 ACCU
7.2.1 Autonomie van de accu
De autonomie van de accu (en dus de
oppervlakte die bewerkt kan worden
alvorens de accu weer op te laden)
hangt hoofdzakelijk af van:
a. gedrag van de bediener, die moet vermijden:
– de machine vaak aan- en uit te
schakelen tijdens het werken;
– een niet geschikte rotatiesnelheid van
de rotor voor het type materiaal dat
verwijderd moet worden (par. 6.4.1).
Om de autonomie van de accu te
optimaliseren, raadt men aan:
• stel een geschikte rotatiesnelheid van
de rotor in voor het type materiaal
dat verwijderd moet worden.
Indien men de machine met langere
werkbeurten wenst te gebruiken dan wat
mogelijk is met de standaard-accu, kan men:
• een tweede standaard-accu kopen om de
platte accu onmiddellijk te vervangen, zonder
de continuïteit in het gedrang te brengen;
• een accu kopen met grotere autonomie
dan de standaard-accu (par. 14.1).
NL - 11