19.
PROBLEMEN OPLOSSEN
SLECHT WASRESULTAAT
Controleer eerst of:
•
het waterniveau correct is (zie hoofdstuk 12)
•
er schuim in het water zit (zie hoofdstuk 12)
•
het water regelmatig is vervangen (zie hoofdstuk 11)
•
de hoeveelheid ShotMedium correct is (zie hoofdstuk 11)
•
origineel ShotMedium wordt gebruikt (zie hoofdstuk 5)
•
er vreemde schoonmaakmiddelen gebruikt zijn (zie hoofd-
stuk 4)
Controleer vervolgens of:
•
de spoelpijpen (zie afbeeldingen 5 en 6) geblokkeerd zijn
•
de slangen die de pomp met de spoelpijpen verbinden
zichzelf losgewerkt hebben van de pomp of de spoelpijpen
•
VOOR W12: de dynamische spoelpijp (zie afbeelding
6) beweegt (zoniet, neem dan contact op met uw
vertegenwoordiger)
alle hierboven staande items correct zijn; neem dat contact op
met uw vertegenwoordiger om het binnenwerk van de pomp
te onderzoeken. Dit kan het geval zijn wanneer de machine
20.000 wasbeurten bereikt.
SPOELPIJPEN ZIJN GEBLOKKEERD
Een spoelpijp (zie afbeelding 5 en 6) kan geblokkeerd zijn om
de volgende redenen:
•
Een ventieldopje of een ander vreemd voorwerp is vast
komen te zitten in het mondstuk van de spoelpijp
•
De machine heeft gewerkt met een te laag waterniveau
•
Er zit teveel ShotMedium in de machine
•
Er zijn niet-goedgekeurde plastic bolletjes gebruikt
•
Er zit schuim in het water omdat een niet-goedgekeurd
schoonmaakmiddel is gebruikt
•
Er zit schuim in het water omdat het zeer vuil is
Om te controleren of een spoelpijp geblokkeerd is, steekt u een vin-
ger of een stuk zachte slang in het mondstuk (zie afbeelding 18).
In het geval dat er een pijp geblokkeerd is, ontmantelt u de
spoelpijp met schep (zie afbeelding 18).
LET OP: Houd er rekening mee dat de linker- en rech-
terscheppen van elkaar verschillen, zie afbeelding 16.
Verwissel ze niet!
Een verwisseling kan leiden tot schade aan de wielen!
Verwijder de twee M6 moeren, verwijder het rubberen mond-
stuk en maak de geblokkeerde pijp vrij met behulp van pers-
lucht. Verleng indien nodig uw luchtpistool met de bijgesloten
luchtslang en voer hem geheel naar beneden richting de pomp
(zie afbeelding 18 en 19)
Attentie: Lees hoofdstuk 3, Veiligheidsinformatie,
voordat u de deur van de motorruimte verwijdert.
Start vervolgens een korte wascyclus om de pijpen schoon te
wassen en zet dan het spoelmondstuk en de schep terug op
hun plaats.
Als een ventieldopje of een ander voorwerp de pijpen herhaalde-
lijk blokkeert, moet dit verwijderd worden uit het ShotMedium.
Het is nogmaals sterk aan te raden dat ook het ventieldopje
verwijderd wordt van het wiel voordat het wordt
gewassen, aangezien dit operationele storingen kan veroor-
zaken wanneer het er tijdens de wascyclus af zou vallen
(zie hoofdstuk 7).
230312-NL rev.5 2016-09-21
W10 & W12
DISPLAYMELDINGEN:
Fout-
Tekst op display
code
A002
Missende netfase
A003
Volgorde netfase
A004
Te hoge stroom
pompmotor
A005
Te hoge stroom
rotatiemotor
A007
Te hoge stroom
mixermotor
A011
Te hoge tempera-
tuur in machine
A015
Deur is open
A017
Arm geblokkeerd
A019
Zekering MF3
overbelast
A020
Zekering MF4
overbelast
A023
Fase pompmotor
ontbreekt
A024
Fase rotatiemotor
ontbreekt
A025
Fase mixermotor
ontbreekt
A026
Stroomstoring
pompmotor uit
A027
Stroomstoring div.
sensoren uit
B028
Te lage stroom
verwarming
A029
Te hoge stroom
verwarming
A030
Storing sensor
watertemperatuur
A031
Te hoge temeratuur
water
A040
Arm niet in start-
positie
Zie hoofdstuk10.5.9 Alarm-logbestand
Handeling
Controleer netstroomkabel,
stopcontact en zekeringen.
Wissel twee fasen om in netsteker.
Controleer of het pompwiel niet
vastgelopen is. Neem contact op
met uw vertegenw.
Controleer of de aandrijfrol soepel
draait. Neem contact op met uw
vertegenw.
Controleer of de mixeras soepel
draait.
Controleer de ventilatie, tempera-
tuur en stof rond de elektrische aan-
sluitdoos. Laat de machine afkoelen
en probeer het opnieuw.
Sluit de deur. Wanneer de deur
gesloten is, controleert u de deur-
sensor.
Controleer of de dynamische arm
soepel beweegt. Neem contact op
met uw vertegenw.
Controleer de deursensor en
de kabel.
Controleer de magneetklep en
de kabel van de luchtblazer.
Controleer of de kabel naar de
pompmotor niet beschadigd is.
Controleer of de kabel naar de
rotatiemotor niet beschadigd is.
Controleer of de kabel naar de
mixermotor niet beschadigd is.
Neem contact op met uw verte-
genw.
Neem contact op met uw verte-
genw.
Controleer of de kabel naar de
verwarming niet beschadigd is.
Controleer of de kabel naar de
verwarming niet beschadigd is.
Controleer of de kabel van de tem-
peratuursensor voor de verwarming
niet beschadigd is.
Controleer of de kabel naar de
verwarming niet beschadigd is.
Controleer of de dynamische arm
niet vast zit en voer vervolgens een
zelftest uit.
75