7. Elektrische aansluitingen
7.1. Buitenapparaat (Fig. 7-1, Fig. 7-2)
1
Verwijder het onderhoudspaneel.
2
Sluit de kabels aan aan de hand van Fig. 7-1 en 7-2.
Voor voeding
Fig. 7-1
7.2. Elektrische bedrading op de plaats van installatie
Model buitenunit
Buitenapparaat voeding
Ingangsvermogen buitenunit Hoofdschakelaar (stroomverbreker) *1
Buitenapparaat voeding
Binnenapparaat-Buitenapparaat
Aarde voor verbindingskabel tussen binnenunit/buitenunit *2
Aansluitkabel tussen afstandsbediening en binnenapparaat *3
Buitenapparaat L-N (Eenfase)
Buitenapparaat L1-N, L2-N, L3-N (3 fasen)
Binnenapparaat-Buitenapparaat S1-S2
Binnenapparaat-Buitenapparaat S2-S3
Aansluitkabel tussen afstandsbediening en binnenapparaat *4
*1. Gebruik een aardlekschakelaar (NV) met een contactopening van minimaal 3,0 mm per pool.
Let erop dat de stroomonderbreker geschikt is voor de aanwezigheid van hogere harmonischen.
Gebruik altijd een stroomonderbreker die geschikt is voor de aanwezigheid van hogere harmonischen, aangezien dit apparaat is uitgerust met een omvormer.
Een onjuiste stroomonderbreker kan leiden tot verkeerde werking van de omvormer.
*2. (SW40-120)
Max. 45 m
2
Bij toepassing van 2,5 mm
, max. 50 m
2
Bij toepassing van 2,5 mm
en gescheiden S3, max. 80 m
(SW160, 200)
Max. 80 m. De totale maximumlengte, inclusief alle verbindingen met binnen/ binnenunits is 80 m.
• Gebruik één kabel voor S1 en S2 en een andere voor S3 zoals aangegeven in de afbeelding.
*3. De afstandsbediening is voorzien van een kabel van 10 m.
*4. De cijfers zijn NIET altijd van toepassing bij aarding.
S3-terminal heeft 24 V DC in tegenstelling tot S2-terminal. Tussen S3 en S1 zijn deze terminals niet elektrisch geïsoleerd door de transformator of een ander apparaat.
A
Binnenunit (Interface unit/
Stroming temp. besturing)
B
Buitenapparaat
C
Afstandsbediening
D
Hoofdschakelaar
(Aardlekschakelaar)
E
Aarding
SW40, 50V
SW75V
~/N (Eenfase),
~/N (Eenfase),
50 Hz, 230 V
50 Hz, 230 V
16 A
25 A
3 × Min. 1,5
3 × Min. 2,5
*2
3 × 1.5 (Polar)
3 × 1,5 (Polar)
1 × Min. 1,5
1 × Min. 1,5
2 × 0,3
2 × 0,3
(Geen polariteit)
(Geen polariteit)
*4
AC 230 V
AC 230 V
*4
AC 230 V
AC 230 V
*4
DC 24 V
DC 24 V
DC 12 V
DC 12 V
■
SW40, 50V
■
SW75-200
Fig. 7-2
F
Aansluitblok
G
Aansluitblok binnen-buitenverbinding (S1, S2, S3)
H
Onderhoudspaneel
I
Klem
*
Klem de kabels zo vast dat deze geen contact maken met het midden van het onder-
houdspaneel of de gaskraan.
J
Aarde-aansluiting
K
Leid de kabels zodanig dat ze geen contact maken met het midden van het onder-
houdspaneel.
Opmerking:
Als tijdens onderhoud de beschermende laag voor de elektrische kast is verwij-
derd, dient u deze weer aan te brengen.
Voorzichtig:
Zorg dat u de N-Line installeert. Zonder N-Line, kan het toestel beschadigd raken
SW100V
SW120V
~/N (Eenfase),
~/N (Eenfase),
50 Hz, 230 V
50 Hz, 230 V
32 A
40 A
3 × Min. 4
3 × Min. 6
3 × 1,5 (Polar)
3 × 1,5 (Polar)
1 × Min. 1,5
1 × Min. 1,5
2 × 0,3
2 × 0,3
(Geen polariteit)
(Geen polariteit)
AC 230 V
AC 230 V
AC 230 V
AC 230 V
DC 24 V
DC 24 V
DC 12 V
DC 12 V
■
SW40, 50V
SW75-120V
L N
S1 S2 S3
SW100-200Y
L1 L2 L3 N
S1 S2 S3
SW100, 120Y
SW160, 200Y
3N~ (3 fasen,
3N~ (3 fasen,
4 draden),
4 draden),
50 Hz, 400 V
50 Hz, 400 V
16 A
32 A
5 × Min. 1,5
5 × Min. 1,5
Kabellengte 50 m:
3 × 4 (Polar)/
3 × 1,5 (Polar)
kabellengte 80 m:
3 × 6 (Polar)
1 × Min. 1,5
1 × Min. 2,5
2 × 0,3
2 × 0,3
(Geen polariteit)
(Geen polariteit)
AC 230 V
AC 230 V
AC 230 V
AC 230 V
DC 24 V
DC 24 V
DC 12 V
DC 12 V
43