INHOUDSOPGAVE
1. VOOR HET INSTALLEREN ................................................................ 1
2. INSTALLEREN VAN DE BUITENUNIT ............................................... 4
3. AFDICHTINGEN INSTALLEREN EN LEIDINGEN AANSLUITEN ...... 5
4. REINIGINGSPROCEDURES, LEKTESTS EN PROEFDRAAIEN ...... 5
5. VERPLAATSEN EN ONDERHOUD .................................................... 7
1. VOOR HET INSTALLEREN
1-1. LET VOOR DE VEILIGHEID ALTIJD OP HET VOLGENDE
• Lees "LET VOOR DE VEILIGHEID ALTIJD OP HET VOLGENDE" goed door voordat u de airconditioner installeert.
• Volg de hier gegeven waarschuwingen en aanwijzingen goed op, want ze zijn belangrijk voor uw veiligheid.
• Bewaar deze handleiding nadat u hem gelezen heeft samen met de BEDIENINGSINSTRUCTIES om eventueel later te raadplegen.
• Dit apparaat voldoet aan IEC/EN 61000-3-12.
WAARSCHUWING
Installeer als gebruiker dit apparaat niet zelf.
Onvolledige installatie kan leiden tot brand, elektrische schokken, letsel
doordat het apparaat valt, of lekkage van water. Raadpleeg de leveran-
cier waar u de airconditioner kocht of een gekwalificeerde installateur.
Voer de installatie veilig uit volgens de installatiehandleiding.
Onvolledige installatie kan leiden tot brand, elektrische schokken, letsel
doordat het apparaat valt, of lekkage van water.
Installeer het apparaat stevig op een plaats die het gewicht kan dragen.
Als de plaats van installatie het gewicht niet kan dragen, kan het appa-
raat vallen en letsel veroorzaken.
Voer elektrische werkzaamheden uit volgens de installatiehandlei-
ding en gebruik een aparte groep. Sluit geen andere elektrische ap-
paraten aan op de groep.
Als de capaciteit van de groep onvoldoende is of een elektrische aansluiting
onjuist uitgevoerd wordt, kan dit leiden tot brand of een elektrische schok.
Zorg dat de bedrading niet wordt beschadigd doordat toegevoegde
onderdelen en/of schroeven hierop te veel druk uitoefenen.
Beschadigde bedrading kan brand veroorzaken.
Sluit de netspanning af tijdens het installeren van de printplaat bin-
nen of het aansluiten van bedrading.
Als u dat niet doet, kunt u een elektrische schok krijgen.
Gebruik de voorgeschreven draden om binnen- en buitenunit veilig
met elkaar te verbinden, en bevestig de draden stevig aan het aan-
sluitblok zodat trekkracht in de draden niet op de verbindingspun-
ten komt te staan.
Onjuist aansluiten of vastzetten kan brand veroorzaken.
Installeer het apparaat niet op een plaats waar ontvlambaar gas kan lekken.
Gelekt gas dat zich om de airconditioner heen ophoopt, kan een explo-
sie veroorzaken.
Maak geen tussenverbindingen in het netsnoer, gebruik geen verleng-
snoer en sluit niet te veel apparaten aan op hetzelfde stopcontact.
Er kan dan brand of een elektrische schok ontstaan door een slecht con-
tact, slechte isolatie, te hoge stroomsterkte etc.
Gebruik uitsluitend de bijgeleverde of voorgeschreven onderdelen
voor het installeren.
Gebruik van defecte onderdelen kan letsel of waterlekkage veroorzaken
als gevolg van brand, een elektrische schok of vallen van het apparaat.
Als u de netsnoerstekker in het stopcontact steekt, let er dan op dat
zich geen stof, andere opeenhoping of los onderdeel bevindt in het
stopcontact of aan de stekker. Zorg er voor dat u de netsnoerstek-
ker volledig in het stopcontact drukt.
Als zich stof, een andere opeenhoping of een los onderdeel aan de net-
snoerstekker of in het stopcontact bevindt, kan brand of een elektrische
schok ontstaan. Als van de netsnoerstekker een onderdeel los zit, ver-
vang de stekker dan.
VOORZICHTIG
(Kan onder bepaalde omstandigheden tot ernstig letsel leiden bij onjuist handelen.)
Installeer, afhankelijk van de plaats van installatie, een aardlekschakelaar.
Het ontbreken van een aardlekschakelaar kan elektrische schokken ver-
oorzaken.
Voer de werkzaamheden aan afvoer en leidingen goed uit volgens
de installatiehandleiding.
Door mankementen aan afvoer of leidingwerk kan water van het appa-
raat druppelen en het interieur nat maken en beschadigen.
1-2. SPECFICATIES
Voedingsspanning *1
Fre-
Model
Nominale
quen-
Zekering
spanning
tie
MXZ-4C80VA
230 V
50 Hz
MXZ-5C100VA
*1 Gebruik een netschakelaar die voor stroomonderbreking een open
stand heeft met een opening van 3 mm of meer. (Als de stroom wordt
uitgeschakeld, moeten alle fasen onderbroken worden.)
*2 Gebruik draden die in overeenstemming zijn met ontwerp 60245 IEC 57.
Gebruik de verbindingskabel in overeenstemming met de in de installa-
tiehandleiding van de binnenunit beschreven bedradingsgegevens.
*3 Gebruik nooit leidingen die dunner zijn dan voorgeschreven. De weer-
stand tegen druk is dan onvoldoende.
*4 Gebruik koperen leiding of naadloze leiding van een koperlegering.
*5 Let erop dat u de leiding tijdens het buigen niet plet of knikt.
(Kan leiden tot ernstig letsel en zelfs overlijden.)
Bedrading *2
Voedingsspan-
Verbindingskabel
ning
binnen/buiten
3-aderig
4-aderig
25 A
2
2,5 mm
1,0 / 1,5 mm
Gereedschap nodig voor installatie
Kruiskopschroevendraaier
Waterpas
Rolmaat
Universeel mes of schaar
Momentsleutel
Steek- of ringsleutel
Inbussleutel 4 mm
Bevestig de afdekking voor elektrische delen van de binnenunit en
het onderhoudspaneel van de buitenunit stevig.
Indien de afdekking voor elektrische delen van de binnenunit en/of het
onderhoudspaneel van de buitenunit niet goed bevestigd is/zijn, kan dit
brand of een elektrische schok veroorzaken vanwege stof, water etc.
Zorg dat er niets anders dan het voorgeschreven koelmiddel R410A
in het koelmiddelcircuit komt wanneer de airconditioner wordt geïn-
stalleerd of verplaatst.
De aanwezigheid van andere stoffen, zoals lucht, kan abnormale druk-
verhoging of een explosie veroorzaken.
Laat het koelmiddel niet ontsnappen in de atmosfeer. Als bij het in-
stalleren lekkage van koelmiddel optreedt, ventileer dan de kamer.
Als koelmiddel in contact komt met vuur, kan een schadelijk gas ontstaan.
Lekkage van koelmiddel kan verstikkingsgevaar inhouden. Zorg voor vol-
doende ventilatie conform EN378-1.
Controleer als de installatie voltooid is of er geen koelmiddelgas lekt.
Mocht er binnenshuis koelmiddelgas lekken, dan kunnen schadelijke
stoffen ontstaan als dat in contact komt met de warmte van een ventila-
torkachel, straalkachel, fornuis etc.
Gebruik de juiste gereedschappen en leidingmaterialen voor de in-
stallatie.
De druk van R410A is 1,6 keer zo hoog als die van R22. Door gebruik
van onjuiste gereedschappen of materialen en een onvolledige installatie
kunnen leidingen barsten en verwondingen ontstaan.
Als u het koelmiddel uit het apparaat pompt, zet de compressor dan
stop voordat u de koelmiddelleidingen losmaakt.
Als u de koelmiddelleidingen losmaakt terwijl de compressor loopt en
de afsluitkraan open is, dan kan lucht aangezogen worden waardoor de
druk in het koelmiddelcircuit abnormaal hoog oploopt. Hierdoor kunnen
de leidingen barsten en letsel veroorzaken.
Als u het apparaat installeert, zet de koelmiddelleidingen dan stevig
vast voordat u de compressor start.
Als u de compressor start voordat de koelmiddelleidingen aangesloten
zijn en de afsluitkraan is open, dan kan lucht aangezogen worden waar-
door de druk in het koelmiddelcircuit abnormaal hoog oploopt. Hierdoor
kunnen de leidingen barsten en letsel veroorzaken.
Bevestig flensmoeren met een momentsleutel zoals voorgeschreven in
deze handleiding.
Indien u een flensmoer te strak aandraait, kan deze na verloop van tijd
breken en koelmiddellekkage veroorzaken.
Het apparaat moet geïnstalleerd worden in overeenstemming met
de nationale regels voor bedrading.
Aard het apparaat op de juiste manier.
Sluit geen aardedraad aan op een gasleiding, waterleiding, bliksemaflei-
der of aarde van een telefoon. Door onjuiste aarding kunt u elektrische
schokken krijgen.
Raak de luchtinlaat en de aluminium ribben van de buitenunit niet aan.
Dit kan letsel veroorzaken.
Installeer de buitenunit niet op een plaats waar mogelijk kleine die-
ren leven.
Als kleine dieren in het apparaat belanden en elektrische delen aanra-
ken, kan een storing, rookontwikkeling of brand ontstaan. Adviseer de
gebruiker ook om de omgeving van het apparaat schoon te houden.
Leidinglengte en hoogteverschil *3, *4, *5, *6, *7, *8
Max. leidinglengte
Max.
per binnenunit /
hoogteverschil *9
voor multi-systeem
25 m / 70 m
15 m
2
25 m / 80 m
15 m
*6 Bochten in de koelmiddelleidingen moeten een straal van minstens 100 mm hebben.
*7 Isolatiemateriaal: Hittebestendig schuimplastic met 0,045 specifieke dichtheid
*8 Zorg ervoor dat u isolatie van de voorgeschreven dikte gebruikt. Te
dikke isolatie kan leiden tot onjuiste installatie van de binnenunit en te
dunne isolatie kan het druppen van condens veroorzaken.
*9 Als de buitenunit hoger wordt geïnstalleerd dan de binnenunit, is het
maximaal toegestane hoogteverschil 10 m.
*10 Indien de leiding langer is dan 40 m, moet koelmiddel (R410A) bijgevuld worden.
(Als de leiding korter is dan 40 m, dan hoeft geen koelmiddel worden bijgevuld.)
Extra koelstof = A × (leidinglengte (m) – 40)
Flensgereedschap voor
R410A
Meterverdeelstuk voor
R410A
Vacuümpomp voor R410A
Vulslang voor R410A
Pijpsnijder met ruimer
Max. aantal bochten
Aanpassing
per binnenunit /
koelmiddel A *10
voor multi-systeem
25 / 70
20 g/m
25 / 80
Du-1