tegen snijwonden indien het hand
van de handgreep zou wegglijden.
E. Achterste handbeveiliging: beveiliging
rechts onderaan de achterste handgreep
ter bescherming van het hand ten
opzichte van de kettingzaag in geval
van breuk of loskomen van het blad.
F.
Blad: dit blad ondersteunt en
geleidt de getande ketting.
G. Getande ketting: dit is het element dat
effectief snijdt, en bestaat uit sleepschakels
voorzien van kleine mesjes, "tandjes"
genaamd en zijdelingse verbindingen die
aaneen gehouden worden door klinknagels.
H. Vergrendelpin ketting: veiligheidsinrichting
die voorkomt dat de ketting
ongecontroleerde bewegingen maakt in
geval van een breuk of losse ketting.
I.
Pal: inrichting die zich frontaal ten opzichte
van het montagepunt van het blad bevindt
en dat als steunpunt dient bij aanraking
met een boom of een boomstam.
Bladbescherming: bescherming van
J.
de kettingzaag op het blad, te gebruiken
tijdens de verplaatsing, het vervoer
of de stalling van de machine.
K. Bescherming van de pal: inrichting die de
pal beschermt en die gebruikt moet worden
tijdens de verplaatsing, het vervoer of de
stalling van de machine. Deze bescherming
moet tijdens het werk verwijderd worden.
L. Accu: inrichting die elektrische energie
verschaft aan het werktuig; de kenmerken
en de gebruiksnormen ervan zijn in een
specifieke handleiding beschreven.
M. Acculader: inrichting die gebruikt
wordt voor het opladen van de accu.
4. MONTAGE
De veiligheidsnormen die in
acht genomen moeten worden, zijn
beschreven in hfdst. 2. Neem deze
aanwijzingen strikt in acht om geen
ernstige risico's of gevaren te lopen.
Om vervoers- en opslagredenen worden
sommige onderdelen van machine niet
direct in de fabriek gemonteerd. Zij dienen
na het uitpakken gemonteerd te worden
aan de hand van de volgende instructies.
4.1 ONDERDELEN VOOR DE MONTAGE
De verpakking bevat de onderdelen
voor de montage.
4.1.1 Uitpakken
1. Open de verpakking voorzichtig, let
erop geen onderdelen te verliezen.
2. Raadpleeg de documentatie in de doos,
inclusief deze gebruiksaanwijzingen.
3. Haal alle onderdelen die niet
gemonteerd zijn uit de doos.
4. Haal de machine uit de doos.
5. Voer de doos en de verpakkingen af
volgens de plaatselijke normen.
4.2 MONTAGE VAN HET BLAD EN
DE GETANDE KETTING
Draag altijd sterke werkhandschoenen
om het blad en de ketting te hanteren.
Ga bijzonder voorzichtig te werk voor de
montage van het blad en de ketting, om de
veiligheid en efficiëntie van de machine
niet in het gedrang te brengen; neem bij
twijfels contact op met uw Verkoper.
Voer alle werkzaamheden uit
na verwijdering van de accu.
Vooraleer de staaf te monteren, moet
men zich ervan verzekeren dat de rem van
de ketting niet ingeschakeld is (par. 5.3).
1. Draai de knop los (Afb. 3.A) en verwijder
de carter van de ketting (Afb. 3.B),
om toegang tot te verkrijgen tot het
tandwiel en de huizing van het blad.
2. Monteer het blad (Afb. 4.A) door de
stiftbout (Afb. 4.B) in de gleuf te steken
(Afb. 4.C) en deze naar de achterkant
van de machine te duwen.
3. Monteer de ketting rond het tandwiel
(Afb. 5.A) en langs de geleiders van het
blad, let hierbij op de looprichting (Afb.
5.B) tegelijkertijd ingedrukt worden.
Indien de punt van het blad voorzien
is van een tandwiel, moet men ervoor
zorgen dat de sleepschakels correct in de
holtes van het tandwiel steken (Afb. 6.).
4. Hermonteer de carter (Afb. 7.B) en
draai de knop volledig aan (Afb. 7.A)
tegelijkertijd ingedrukt worden.
5. Verstel de knop van de kettingspanner
naar behoren (Afb. 7.C) tot de ketting
degelijk is opgespannen (Afb. 8).
4.2.1 Controle van de kettingspanning
Controleer de spanning van de ketting.
NL - 8
Looprichting ketting