14. PROBLEMEN IDENTIFICATIE
PROBLEEM
1. De motor stopt
tijdens het werk
2. De ketting draait niet
wanneer de vergrendeltoets
van de versnelling en
de versnellingshendel
ingeschakeld zijn.
3. De ketting warmt teveel
op aan het einde van het
blad en er komt rook uit.
4. De motor werkt
onregelmatig of heeft geen
vermogen bij belasting
5. De olie komt niet vrij
6. De machine is op een
vreemd voorwerp gestoten.
MOGELIJKE OORZAAK
Accu niet correct geplaatst.
Machine beschadigd
Overdreven spanning
van de ketting
Problemen aan blad en ketting
Machine beschadigd
Overdreven spanning
van de ketting
Reservoir smeerolie leeg.
Problemen aan blad en ketting
Slechte kwaliteit van olie
Smeeropeningen verstopt
Beschadiging of
losgekomen delen
NL - 18
OPLOSSING
Verzeker u ervan dat de accu
goed geplaatst is (par. 7.2.3).
Gebruik de machine in geen
geval. Verwijder de accu en
Contacteer een Dienstcentrum.
Span de ketting opnieuw
op (par. 6.1.3).
Controleer of de ketting
vrij draait en de geleiders
van het blad niet vervormd
zijn (par. 8.2, 8.3).
Gebruik de machine
in geen geval. Stop de
machine onmiddellijk,
verwijder de accu en
Neem contact op met
een Dienstcentrum.
Span de ketting opnieuw
op (par. 6.1.3).
Vul het reservoir van de
smeerolie bij (par. 7.3).
Controleer of de ketting vrij
draait en de geleiders van
het blad niet vervormd zijn.
Ledig het reservoir bij
koude motor, spoel het
reservoir en de pijpleidingen
met reinigingsvloeistof
en vervang de olie.
Reinigen (cap. 7.6)
Stop de machine (hfdstk. 6.9).
Controleer eventuele
beschadigingen.
Controleer of er delen
losgekomen zijn en
schroef ze weer vast.
Voer de controles, vervangingen
of herstellingen uit bij een
geautoriseerd centrum.