Juiste aandraaimoment voor standaard bout met
hoge trekvastheid
N•m
(kgf•cm)
100
(1020)
80
(816)
60
(612)
2
40
(408)
20
(204)
0
1. Aandraaitijd (seconden) 2. Aandraaimoment
Houd het gereedschap stevig vast en plaats de punt
van het schroefbit in de schroefkop. Oefen zoveel
kracht op het gereedschap uit als nodig is om het
schroefbit op zijn plaats te houden. Schakel vervolgens
het gereedschap in om de bediening te starten.
OPMERKING: Gebruik altijd het bit dat geschikt is
voor de kop van de aan te draaien schroef/bout.
OPMERKING: Voor het vastdraaien van een
M8-formaat of kleinere schroef, kiest u de geschikte
slagkracht en regelt u de druk op de trekkerschake-
laar zorgvuldig zo dat de schroef niet beschadigd
wordt.
OPMERKING: Houd het gereedschap vooral recht op
de schroef.
OPMERKING: Als de slagkracht te hoog is, zal de
schroef langer worden aangedraaid dan aangegeven
in de afbeeldingen, en dan kan de schroef of de kop
van het schroefbit overbelast, vervormd of bescha-
digd worden. Alvorens u aan het werk gaat, dient u
altijd even proef te draaien om de juiste aandraaitijd
voor uw type schroef te bepalen.
Het aandraaimoment wordt beïnvloed door een groot
aantal verschillende factoren, waaronder de volgende.
Controleer na het vastdraaien altijd het aandraaimo-
ment met een momentsleutel.
1.
Wanneer de accu bijna leeg is, neemt de spanning
af en vermindert het aandraaimoment.
2.
Schroefbit of schroefdop
Het aandraaimoment vermindert als u niet een
schroefbit of schroefdop van de juiste maat
gebruikt.
3.
Bout
•
Zelfs wanneer het koppelcoëfficiënt over-
eenkomt met de boutklasse, hangt het juiste
aandraaimoment af van de boutdiameter.
•
Zelfs wanneer de boutdiameters gelijk zijn,
hangt het juiste aandraaimoment af van
M10
M10
M8
M8
1
2
1
het koppelcoëfficiënt, de boutklasse en de
boutlengte.
4.
De manier van vasthouden van het gereedschap
en de positie waar de schroef in het materiaal
wordt gedraaid, hebben een invloed op het
aandraaimoment.
5.
Bij lagere toerentallen wordt ook het aandraaimo-
ment kleiner.
De holster gebruiken
Optioneel accessoire
LET OP: Voordat u het gereedschap in de hol-
ster plaatst, verwijdert u het schroefbit/boorbit.
LET OP: Schakel het gereedschap uit en wacht
tot het volledig tot stilstand is gekomen voordat u
het in de holster plaatst.
Zorg ervoor dat u de holster stevig sluit met de
holstersluiting zodat het gereedschap stevig
wordt vastgehouden.
1.
Rijg een broekriem of iets dergelijks door de
holsterhouder.
►Fig.11: 1. Holsterhouder
2.
Plaats het gereedschap in de holster en sluit deze
met de holstersluiting.
►Fig.12
►Fig.13
U kunt twee schroefbits bewaren op de voorkant van
de holster.
ONDERHOUD
LET OP: Zorg altijd dat het gereedschap is
uitgeschakeld en de accu ervan is verwijderd
alvorens te beginnen met onderhoud of inspectie.
KENNISGEVING: Gebruik nooit benzine, wasben-
zine, thinner, alcohol en dergelijke. Hierdoor kun-
nen verkleuring, vervormingen en barsten worden
veroorzaakt.
Om de VEILIGHEID en BETROUWBAARHEID van
het gereedschap te handhaven, dienen alle reparaties,
onderhoud of afstellingen te worden uitgevoerd bij een
erkend Makita-servicecentrum of de Makita-fabriek, en
altijd met gebruik van Makita-vervangingsonderdelen.
OPTIONELE
ACCESSOIRES
LET OP: Deze accessoires of hulpstukken
worden aanbevolen voor gebruik met het Makita
gereedschap dat in deze gebruiksaanwijzing is
beschreven. Bij gebruik van andere accessoires of
hulpstukken bestaat het gevaar van persoonlijke let-
sel. Gebruik de accessoires of hulpstukken uitsluitend
voor hun bestemde doel.
2. Broekriem
NEDERLANDS
31