1-3. SPECIFICATIES
Voedingsspanning *1
Model
Nominale
spanning
MLZ-KA25/35VA
230 V
MLZ-KA50VA
*1 Gebruik een netschakelaar die voor stroomonderbreking een open stand heeft
met een opening van 3 mm of meer. (Als de stroom wordt uitgeschakeld,
moeten alle fasen onderbroken worden.)
*2 Gebruik draden die in overeenstemming zijn met ontwerp 60245 IEC 57.
*3 Gebruik nooit leidingen die dunner zijn dan voorgeschreven. De weerstand
tegen druk is dan onvoldoende.
*4 Gebruik koperen leiding of naadloze leiding van een koperlegering.
1-4. INSTALLATIESCHEMA
(1)
Het apparaat moet wor-
den geïnstalleerd door
een erkend specialist
en in overeenstemming
met de plaatselijke
vereisten.
Onderhoudsruimte
• De afmetingen van de plafondopening kunnen worden aangepast
binnen de in de volgende tekening getoonde begrenzingen; plaats
de hoofdunit tegen de plafondopening en zorg er daarbij voor dat
de respectievelijke tegenover elkaar liggende zijden aan alle kanten
van de opening hetzelfde zijn.
TOEBEHOREN
Controleer voor het installeren of de volgende onder-
delen aanwezig zijn.
(1) Alkalinebatterij (AAA) voor (8)
(2) Afvoerslang (met isolatiemateriaal)
Speciale sluitring (met isolatiemateriaal,
(3)
4 stuks)
(4) Installatiesjabloon
Bevestigingsschroef voor (4)
(5)
M5 × 30 mm
(6) Bevestigingsbandje
(7) Bevestigingsschroef voor (6) 4 × 16 mm
(8) Afstandsbediening
(9) Houder voor afstandsbediening
Bevestigingsschroef voor (9) 3,5 × 16
(10)
mm (zwart)
Bedrading *2
Frequentie
Verbindingskabel binnen/buiten
50 Hz
4-aderig 1,5 mm
(E)
(K)
(2)
(B)
(J)
(A)
(8)
(9)
( I )
( H )
(10)
( N )
( L )
( M )
NIET-BIJGELEVERDE ONDERDELEN
(A) Koelleiding
(B) VP20-afvoerleiding (buitendiameter 26)
2
(C) Installatiegereedschappen (Zie 1-3)
1
Verbindingskabel binnen- en buiten-
(D)
unit*
8
(E) Ophangbout (M10)
1
(F) Moer met flens (M10)
(G) Moer (M10)
4
Isolatiemateriaal voor (A)
1
(Hittebestendig schuimpolyethyleen,
(H)
2
specifieke graviteit 0,045, meer dan
14 mm dik)
1
1
Isolatiemateriaal voor (B)
(I)
(Schuimpolyethyleen, specifieke
2
graviteit 0,03, meer dan 10 mm dik)
Leidingmaat (dikte *3)
Gas
Vloeistof
ø9,52 mm
(0,8 mm)
ø6,35 mm
2
(0,8 mm)
ø12,7 mm
(0,8 mm)
*5 Let erop dat u de leiding tijdens het buigen niet plet of knikt.
*6 Bochten in de koelmiddelleidingen moeten een straal van minstens 100 mm
hebben.
*7 Isolatiemateriaal: Hittebestendig schuimplastic met 0,045 specifieke dichtheid
*8 Zorg ervoor dat u isolatie van de voorgeschreven dikte gebruikt. Te dikke iso-
latie kan leiden tot onjuiste installatie van de binnenunit en te dunne isolatie
kan het druppen van condens veroorzaken.
Gebruik beslist huls (J) in het muurgat, om te voorkomen dat
de aansluitdraden naar binnen/buiten (D) contact maken met
metalen delen in de muur en dat ongedierte schade veroorzaakt
indien de muur hol is.
Binnenuni
Huls voor
muurgat (J)
Snijd extra
lengte af.
Plaats na de lektest het isolatiemateriaal zodanig strak dat er
geen gat meer aanwezig is.
Wanneer u de leidingen wilt bevestigen aan een muur die metaal
(zoals tinnen bekleding) of metalen gaas bevat, plaats dan een
chemisch behandelde houten plaat van minstens 20 mm dikte
tussen muur en leidingen, of omwikkel de leidingen 7 tot 8 keer
met isolatietape.
Zorg dat de unit minimaal 30 minuten heeft gekoeld en is leegge-
pompt voordat u de oude airconditioner verwijdert. Pas de maat
van de optrompverbindingen aan aan die van de nieuwe koelstof.
Luchtuitlaat
Luchtinlaat
Plafondoppervlak
Rooster
1
1
1
1
4
8
4
1
* Opmerking:
Plaats de verbindingskabel (D) van de
binnen- en buitenunit minimaal op 1 m
afstand van de TV-antennekabel.
1
Dikte isolatie *7, *8
14 mm
Afdekring voor muurgat (K)
Dicht het gat in de muur
af met kit (K).
Bevestig de leiding aan
de muur met bevesti-
gingsbandjes (L).
Bevestigingsbandje
voor leiding (L)
Bevestigings-
schroef (M)
Plafondoppervlak
200 mm
(E)
of meer
Plafondoppervlak
(J) Huls voor muurgat
Onderdelen voor dichtmaken
(K)
muurgat (stopverf, afdek-
plaat)
Bevestigingsbandje voor
2 tot
(L)
leiding
2 tot
(M) Bevestigingsschroef voor (L)
1 tot
(N) Leidingtape
1
1
7
7
5
Du-