HET AUTOSTOELTJE ACHTEROVER HELLEN (Fig. 4)
Zet het autostoeltje ondersteboven en draai het afstandsstuk van onder
de zitting op de open stand.
HET AUTOSTOELTJE BEVESTIGEN – VAN 15 TOT 25 KG
(Toepassingsveld van ongeveer 3 tot 6 jaar).
Plaats het kinderzitje op een geschikte zitting van de auto in
voorwaartse richting (Fig. 5).
Zorg ervoor dat de rugleuning van het voertuig is bevestigd in een
rechtopstaande positie.
Zorg ervoor dat de autostoel is ingesteld in de achterste stand.
Duw het autostoeltje krachtig tegen de rugleuning van de autozitting
en indien mogelijk naar achteren.
Zet het kind in het stoeltje en maak de veiligheidsgordel vast. Verzeker
u ervan dat beide gedeelten (buik- en diagonale) van de gordel door de
gordelgeleiding in de armleuning lopen, die zich het dichtste bij de
gesp van de veiligheidsgordel bevindt.
Controleer altijd of het teveel aan veiligheidsgordel door het
oprolsysteem wordt opgerold, door het diagonale gedeelte omhoog te
begeleiden.
Controleer dat het diagonale gedeelte van de veiligheidsgordel van de
auto over de schouder loopt, zonder dat hij echter met de nek van het
kind in aanraking komt, en door middel van de gordelgeleiding (2).
Voor de juiste stand van de gordel kan de hoogte van de rugleuning
regelmatig worden zoals aangegeven (Fig. 3).
HET AUTOSTOELTJE BEVESTIGEN – VAN 22 TOT 36 KG
(Toepassingsveld van ongeveer 5 tot 11 jaar).
Verandering in stoelverhoger (booster)
De rugleuning verwijderen (Fig. 7 -10)
Terwijl u de verstelknop op de bovenkant van de rugleuning 1. inge-
drukt houdt, trekt u de rugleuning 2. omhoog. Haal de rugleuning
helemaal uit de basis van het stoeltje en berg haar op een veilige plaats
op.
Om de rugleuning op de basis van het stoeltje aan te brengen, moet ze
weer op de geleiding worden aangebracht, terwijl u de verstelknop
50