2. Veiligheidsmaatregelen
• Meetcategorie III: metingen uitgevoerd in de constructie.
• Meetcategorie II: metingen uitgevoerd op circuits met directe aansluiting op laagspanning.
• Meetcategorie I: metingen uitgevoerd op circuits met indirecte aansluiting op het lichtnet.
• Tijdens het gebruik van deze multimeter moet de gebruiker alle veiligheidsmaatregelen in acht nemen:
o Veiligheidsmaatregelen betreffende het gevaar van elektrische stroom.
o Beveiliging van de multimeter tegen verkeerd gebruik.
• Gebruik voor uw eigen veiligheid enkel de meegeleverde meetsnoeren. Controleer voor elk gebruik of de
meetsnoeren in goede staat verkeren.
• Merk op dat, wanneer u de meter gebruikt in de buurt van een luidruchtig toestel, de display onstabiel kan worden
of onjuiste resultaten kan weergeven.
• Gebruik de meter en de meetsnoeren niet wanneer ze beschadigd zijn.
• Gebruik de meter enkel zoals aangegeven in deze handleiding, zoniet wordt de meter onveilig voor gebruik.
• Wees zeer voorzichtig wanneer u met ontblote leidingen en bus bars werkt.
• Vermijd gebruik in een ruimte met explosief gas, dampen of stof.
• Controleer of de meter goed functioneert door een gekende spanning te meten. Gebruik de meter niet wanneer
deze niet naar behoren werkt. In geval van tijfel laat u best de meter ijken.
• Gebruik de gepaste bussen, functie en bereik voor alle metingen.
• Is de te meten waarde onbekend, zorg dat het bereik op de hoogste waarde is ingesteld. Gebruik de
automatische bereikmodus waar mogelijk.
• Overschrijd de maximale ingangswaarden vermeld in de technische specificaties niet om beschadiging te vermijden.
• Raak geen vrije bussen aan wanneer u de meter aan een circuit koppelt.
• Wees voorzichtig met spanning hoger dan 60VDC of 30VAC rms omdat deze elektroshocks kunnen veroorzaken.
• Houd uw vingers achter de bescherming wanneer u de meetsnoeren gebruikt.
• Tijdens de aansluiting, sluit eerst het COM-meetsnoer en pas daarna het testsnoer onder spanning. Ontkoppel
eerst het meetsnoer onder spanning en daarna het COM-meetsnoer.
• Ontkoppel de meetsnoeren van het circuit alvorens de functie te wijzigen.
• Voor alle DC-functie alsook de manuele of automatische bereikinstelling, controleer op de aanwezigheid van AC-
spanning met behulp van de AC-functie om elektroshocks en onjuiste meetresultaten te vermijden. Selecteer
daarna een DC-spanningsbereik gelijk of groter dan het AC-bereik.
• Schakel het circuit uit en ontlaad alle condensators voor u de weerstand, continuïteit, diodes of capaciteit meet.
• Voer nooit weerstands- of doorverbindingstmetingen uit op een circuit onder stroom.
• Alvorens stroommetingen uit te voeren, controleer de zekering en schakel het te meten circuit uit. Koppel pas
daarna de meetsnoeren aan het circuit.
• Bij tv-herstellingen of metingen op schakelende circuits kunnen de hoge spanningspulsen op de testpunten de
multimeter ernstig beschadigen. Gebruik een tv-filter om deze pulsen te verzwakken.
• Voed de meter aan de hand van een 9V-batterij en plaats deze op een correcte wijze in het batterijvak.
• Vervang de batterij van zodra de aanduiding ( ) op het scherm verschijnt. Zo vermijd u onnauwkeurige
resultaten en mogelijke elektroshocks.
• Meet geen spanningen hoger dan 600V in meetcategorie III of 1000V in meetcategorie II.
• Gebruik de meter niet wanneer de behuizing volledig (of gedeeltelijk) is verwijderd.
3. Omschrijving
a. Frontpaneel (zie fig.1)
1. LCD-scherm
2. Toetsenpaneel
3. Draaischakelaar
4. Bussen
DVM8264
- 11 -
VELLEMAN