OPMERKING
Til het vuilreservoir altijd volledig op tot de eindstand.
Bij veegmachine: Zijbezems en zuigmond optillen.
Bij apparaathouder: Werkapparaat optillen.
Apparaat stopzetten.
Besproeiiing zijbezem met schakelaar (6) uitschakelen.
Ongeveer 20 seconden wachten.
Bij veegmachine: zuigturbine met knop (7) uitschake-
len.
Bij apparaathouder: apparatuur met knop (7) uitscha-
kelen.
Veeggoedcontainer legen.
Hendel (16) naar achteren.
Na het leegmaken veeggoedreservoir opnieuw inge-
schoven.
Hendel (16) naar voren.
7.4.1
Extra bij watercirculatiesysteem (optie)
Filter in het veeggoedreservoir met waterstraal reini-
gen.
1 Filter
2 Houder
Filter uit de houder zwenken en verwijderen.
Filter reinigen onder stromend water.
Veeggoedcontainer omhoog brengen.
1 Fenderbevestiging
2 Ventiel
Borgplaat tegen de klok draaien en wegnemen.
Ventiel eruitnemen en reinigen.
162
7.5
Apparaat uitzetten
Bij optioneel aanwezige 3e zijbezem of onkruidborstel:
intrekken en optillen, zie hoofdstuk 8.1 "Onkruidbor-
stel".
Bij veegmachine: Zijbezems en zuigmond optillen.
Bij apparaathouder: Werkapparaat optillen.
Apparaat stopzetten.
Besproeiiing zijbezem met schakelaar (6) uitschakelen.
Ongeveer 20 seconden wachten.
Bij veegmachine: zuigturbine met knop (7) uitschake-
len.
Bij apparaathouder: apparatuur met knop (7) uitscha-
kelen.
Motortoerental op stand MIN zetten.
Motor 1 tot 2 minuten in de nullast laten draaien.
Contactsleutel in de stand „STOP" draaien en contact-
sleutel verwijderen.
Parkeerrem bedienen.
7.6
Vorstbescherming
Bij kans op vorst controleren of er voldoende antivries-
middel in het koelwater zit.
Waterreservoir en leidingsysteem leegmaken; zie „On-
derhoudswerkzaamheden/waterreservoir ledigen" (op-
tie).
7.7
Transport
WAARSCHUWING
Gevaar voor letsels en beschadigingen! Houd bij het trans-
port rekening met het gewicht van het apparaat.
Ongevalgevaar: Het apparaat moet bij transport tegen ver-
schuiven gezekerd zijn.
VOORZICHTIG
Beschadigingsgevaar! Het apparaat nooit aan het bezem-
systeen bevestigen of wegslepen (bij veegmachine).
Apparaat uitzetten en parkeerrem vergrendelen.
Voertuig met spanriemen op de bevestigingsogen links
en rechts beveiligen.
15
-
NL