1. Introductie
2. Onderdelen
3. Gebruik
4. Onderhoud
5. Technische specificaties
6. Uitleg van de symbolen
7. Goedkeuringen
1. Introductie
Ademhalingsbescherming moet altijd een onderdeel zijn van
een ademhalingsbeschermingsprogramma. Zie EN 529:2005
voor meer informatie. Deze normen geven informatie over de
belangrijke aspecten van een ademhalingsbeschermings-
programma, maar zijn geen vervanging voor nationale en
lokale voorschriften.
De SR 570 maakt samen met de ventilatie-eenheid SR 500/
SR 700 en goedgekeurde filters deel uit van het Sundström-
ademhalingsbeschermingssysteem met geforceerd ven-
tilatiesysteem conform EN 12941/EN 12942:1998 (afb. 1).
De ademhalingsslang moet worden aangesloten op de
ventilatie-eenheid met filters. De atmosferische overdruk die
wordt veroorzaakt in de hoofdkap, voorkomt dat stofdeeltjes
en andere verontreinigingen in de ademzone komen.
Als u vragen hebt over de apparatuurkeuze of het onderhoud
van de apparatuur, raadpleeg dan uw leidinggevende of
neem contact op met uw verkooppunt. U kunt ook contact
opnemen met de afdeling Technical Service van Sundström
Safety AB.
1.1 Toepassingsgebieden
De apparatuur is geschikt als filterbescherming in alle situaties
waarin een dergelijke bescherming wordt aanbevolen. Dit
geldt in het bijzonder voor plaatsen waar het warm is, en voor
fysiek zware of langdurige werkzaamheden. Bij de keuze van
de hoofdkap moet onder andere rekening worden gehouden
met het volgende:
• type verontreiniging;
• concentraties;
• werkdruk;
• eisen
aan
de
bescherming
ademhalingsbeschermingsapparatuur.
De risico's dienen te worden geanalyseerd door een
hiertoe geschoold persoon met ervaring op dit gebied.
1.2 Waarschuwingen/beperkingen
Houd er rekening mee dat er lokale verschillen kun-
nen zijn in de voorschriften voor het gebruik van
ademhalingsbeschermingsapparatuur.
Gebruik de uitrusting niet in omgevingen:
• die direct levensgevaar of een gezondheidsrisico vormen;
• waar de omgevingslucht met zuurstof verrijkt is of niet het
normale zuurstofgehalte heeft;
• waar de aard van de verontreiniging onbekend is.
Gelaatsscherm SR 570
in
aanvulling
Gebruik de uitrusting niet:
• als de gezichtsafdichting van de hoofdkap tegen het
gezicht niet is gegarandeerd. De gezichtsafdichting moet
stevig op uw gezicht drukken om voldoende druk op
te bouwen voor de benodigde beschermingsfactor. Dit
kan moeilijk worden als de gebruiker een baard of bak-
kebaarden heeft.
Materialen die in contact komen met de huid van gevoelige
personen kunnen allergische reacties veroorzaken.
Beschadigde of gekraste vizieren moeten direct worden
vervangen.
Oogbescherming tegen deeltjes met hoge snelheid die gedra-
gen wordt over een bestaande corrigerende bril kan stoten
doorgeven, waardoor gevaar bestaat voor de gebruiker.
Indien de markeringen op het vizier en het vizierframe verschil-
lend zijn, geldt de laagste.
Stop onmiddellijk het werk:
• als u moeite hebt met ademhalen;
• als u zich duizelig of misselijk voelt, of andere merkbare
fysieke klachten krijgt;
• als u de verontreiniging kunt ruiken of proeven.
Aandachtspunten bij de apparatuur:
• Deze apparatuur is niet goedgekeurd voor gebruik in
explosieve atmosferen.
• Bij zware werkzaamheden kan er tijdens de inademings-
fase een licht vacuüm in het masker ontstaan, met het
risico dat omgevingslucht binnendringt.
• Als de apparatuur wordt gebruikt in een omgeving waar
het hard waait, kan de beschermingsfactor afnemen.
• Til of draag de apparatuur nooit aan de ademhalingsslang.
• Als bescherming tegen deeltjes met hoge snelheid bij
extreme temperaturen wordt vereist, moet de letter T meteen
achter de impactletter staan, d.w.z. BT. Indien dit niet het
geval is, mag de oogbescherming uitsluitend tegen deeltjes
met hoge snelheid worden gebruikt bij kamertemperatuur.
2. Onderdelen
2.1 Controle bij levering
Controleer aan de hand van de pakbon of de uitrusting
op
compleet en onbeschadigd is.
Pakbon
Afb. 3
1. Gelaatsscherm
2. Ademhalingsslang
3. Pelfolie met clips
4. Gebruiksaanwijzing
5. Reinigingsdoekje
NL
51