2. Het binnenapparaat installeren
Min. 30
Fig. 2-5
Fig. 2-7
3. Koelstofleiding en afvoerleiding
60
284
377
45° ± 2°
Fig. 3-2
40
A Ophangbout
B Plafond
C Moer
D Sluitring (met isolatie)
E Ophangplaat
F Sluitring (zonder isolatie)
G Controle met behulp van het meetp-
laatje
A Apparaat
B Plafond
C Meetplaatje
D Afmetingen opening plafond
Fig. 2-6
A Apparaat
B Plafond
C Installatiemal (Bovenkant van de
verpakking)
D Schroef met ring (Meegeleverd)
(mm)
(mm)
Modellen
A
B
32, 40, 50
80
A
74
B
63, 80, 100, 125
32, 40, 50
85
80
77
74
63, 80, 100, 125
85
77
2.5. Werkwijze om het apparaat op te hangen (Fig.
2-5)
Hang het apparaat op zoals op de tekening aangegeven.
De waarden die tussen haakjes worden gegeven zijn de afmetingen bij installatie
van een multifunctionele behuizing.
1. Zet van te voren de verschillende onderdelen op de ophangbouten in de hierna
aangegeven volgorde: sluitringen (met isolatie), sluitringen (zonder isolatie) en
de dubbele moeren.
• Doe de sluitring met isolatie er zo op dat de kant met de isolatie naar beneden
wijst.
• In het geval dat u bovensluitringen gebruikt om het apparaat op te hangen, dan
moeten de onderste sluitringen (met isolatie) en de dubbele moeren er later
opgezet worden.
2. Hijs het apparaat op tot de juiste hoogte van de ophangbouten om de ophangp-
laat tussen de sluitringen te plaatsen en zet het dan stevig vast.
3. Als u het apparaat niet exact tegen het gat in het plafond kunt ophangen, dan
kunt u het verschuiven door middel van een gleuf in de ophangplaat.
• Zorg dat stap A binnen het bereik 17 - 22 mm blijft. Als u niet binnen dit bereik
blijft, kan dit leiden tot beschadiging. (Fig. 2-6)
Voorzichtig:
Gebruik de bovenhelft van de doos als bescherming, zodat er geen stof en
vuil in het apparaat terechtkomen, voordat u de decoratieve beschermkap
heeft geïnstalleerd, of als u aan het plafond werkt.
2.6. De exacte positie van het apparaat vaststellen en
de ophangbouten vastzetten (Fig. 2-7)
• Gebruik de meetstok die aan de roosters vastzit om de onderkant van het appa-
raat goed uit te lijnen ten opzichte van de opening in het plafond. Zorg dat deze
uitlijning nauwkeurig wordt uitgevoerd, aangezien er anders condensatievorming
kan plaatsvinden, door luchtlekkage, etc.
• Controleer dat het apparaat horizontaal uitgelijnd is met gebruik van een water-
pas of met een met water gevuld vinyl buisje.
• Als u er zeker van bent dat het apparaat goed is opgehangen, draait u de mo-
eren van de ophangbouten stevig aan om het apparaat vast te zetten.
• De installatiemal (bovenkant van de verpakking) kan ook worden gebruikt als
bescherming om te voorkomen dat er stof en vuil in het apparaat terechtkomen
als de grillen er niet op bevestigd zijn of als u aan het plafond werkt nadat het ap-
paraat is geïnstalleerd.
* Zie voor fittingdetails de instructies op de installatiemal.
3.1. Locaties van koelleidingen en draineerbuizen van
het binnenapparaat
De waarden in de tekening die zijn aangegeven met een *, zijn de afmetingen van
het hoofdapparaat, zonder de optionele multifunctionele behuizing. (Fig. 3-1)
A Afvoerleiding
B Plafond
C Rooster
D Koelleiding (vloeistof)
E Koelleiding (gas)
F Inlaat voor waterlevering
G Het apparaat
Als de multifunctionele behuizing wordt geïnstalleerd, dient u 135 mm toe te voe-
*
gen aan de afmetingen uit de tekening.
3.2. Aansluiten van de pijpen (Fig. 3-2)
• Als u koperen pijpen gebruikt, moet u de vloeistof- en gaspijpen met isolatiema-
teriaal bekleden (hittebestendig tot 100 °C, dikte van 12 mm of meer).
• De delen van de afvoerpijp die binnenshuis lopen, moeten worden bekleed met
isolatiemateriaal van polyethyleenschuim (relatieve dichtheid 0,03, dikte 9 mm of
meer).
• Doe een dun laagje koelmachineolie op de leiding en het aansluitingsoppervlak
voordat u de "flare"-moer vastdraait.
• Draai met gebruik van twee pijptangen de aansluitende leidingen vast.
• Isoleer met meegeleverd isolatiemateriaal voor koelpijpen de aansluitingen aan
de binnenzijde van het apparaat. Voer de isolatie zorgvuldig uit.
Afsnijmaten tromp
A
Buitendiameter koperen pijp
(mm)
ø9,52
Waarschuwing:
Als u het apparaat installeert, zet de koelmiddelleidingen dan stevig vast
voordat u de compressor start.
Afmetingen tromp
8,7 - 9,1
12,8 - 13,2
16,2 - 16,6
19,3 - 19,7
22,9 - 23,3