8.
Houd omstanders op veilige afstand van het
werkgebied. Iedereen die zich binnen het
werkgebied begeeft, moet persoonlijke-veilig-
heidsmiddelen gebruiken. )UDJPHQWHQ YDQ KHW
werkstuk of van een uiteengevallen accessoire
NXQQHQ URQGYOLHJHQ HQ OHWVHO YHURRU]DNHQ EXLWHQ
GH RQPLGGHOOLMN ZHUNRPJHYLQJ
9.
Houd het snoer uit de buurt van het draaiende
accessoire. $OV X GH FRQWUROH RYHU KHW JHUHHG-
schap verliest, kan het snoer worden doorge-
VQHGHQ RI EHNQHOG UDNHQ HQ NDQ XZ KDQG RI
arm tegen het ronddraaiende accessoire worden
aangetrokken.
10. Leg het elektrisch gereedschap nooit neer
voordat het accessoire volledig tot stilstand is
gekomen. Het ronddraaiende accessoire kan de
ondergrond pakken zodat u de controle over het
elektrisch gereedschap verliest.
11.
Laat het elektrisch gereedschap niet draaien
terwijl u het naast u draagt. $OV KHW URQGGUDDL-
ende accessoire u per ongeluk raakt, kan het
verstrikt raken in uw kleding waardoor het acces-
soire in uw lichaam wordt getrokken.
12. Gebruik het elektrisch gereedschap niet in de
buurt van brandbare materialen. Vonken kun-
nen deze materialen doen ontvlammen.
13. Gebruik geen accessoires die met vloeistof
moeten worden gekoeld. +HW JHEUXLN YDQ ZDWHU
RI DQGHUH YORHLEDUH NRHOPLGGHOHQ NDQ OHLGHQ WRW
elektrocutie of elektrische schokken.
Terugslag en aanverwante waarschuwingen
7HUXJVODJ LV HHQ SORWVHOLQJH UHDFWLH RS HHQ EHNQHOGH RI
YDVWJHORSHQ GUDDLHQGH VWHXQVFKLMI RI HQLJ DQGHU DFFHV-
soire. Beknellen of vastlopen veroorzaakt een snelle
VWLOVWDQG YDQ KHW GUDDLHQGH DFFHVVRLUH GDW RS ]LMQ EHXUW
ertoe leidt dat het elektrisch gereedschap zich ongecon-
WUROHHUG EHZHHJW LQ GH WHJHQRYHUJHVWHOGH ULFKWLQJ YDQ
de draairichting van het accessoire op het moment van
vastlopen.
%LMYRRUEHHOG DOV HHQ VWHXQVFKLMI EHNQHOG UDDNW RI YDVW-
ORRSW LQ KHW ZHUNVWXN NDQ GH UDQG YDQ GH VWHXQVFKLMI GLH
KHW EHNQHOOLQJVSXQW LQJDDW ]LFK LQYUHWHQ LQ KHW RSSHU-
YODN YDQ KHW PDWHULDDO ZDDUGRRU GH VWHXQVFKLMI HUXLW
NOLPW RI HUXLW VODDW 'H VWHXQVFKLMI NDQ GDDUELM QDDU GH
JHEUXLNHU WRH RI ZHJ VSULQJHQ DIKDQNHOLMN YDQ GH EHZH-
JLQJVULFKWLQJ YDQ GH VWHXQVFKLMI RS KHW EHNQHOOLQJVSXQW
'H VWHXQVFKLMI NDQ LQ GHUJHOLMNH VLWXDWLHV RRN EUHNHQ
7HUXJVODJ LV KHW JHYROJ YDQ PLVEUXLN YDQ KHW HOHNWULVFK
JHUHHGVFKDS HQRI RQMXLVWH JHEUXLNVSURFHGXUHV RI
omstandigheden, en kan worden voorkomen door
goede voorzorgsmaatregelen te treffen, zoals hieronder
YHUPHOG
1.
Houd het elektrisch gereedschap stevig vast
en houd uw armen en lichaam zodanig dat u in
staat bent een terugslag op te vangen. Gebruik
altijd de extra handgreep (indien aanwezig)
voor een maximale controle over het gereed-
schap in geval van terugslag en de koppel-
reactiekrachten bij het starten. 'H JHEUXLNHU
kan een terugslag of de koppelreactiekrachten
RSYDQJHQ LQGLHQ GH MXLVWH YRRU]RUJVPDDWUHJHOHQ
worden getroffen.
2.
Plaats uw hand nooit in de buurt van het draai-
ende accessoire. Het accessoire kan terugslaan
over uw hand.
3.
Plaats uw lichaam niet in het gebied waar het
elektrisch gereedschap naar toe gaat wanneer
een terugslag optreedt. (HQ WHUXJVODJ ]DO KHW
JHUHHGVFKDS EHZHJHQ LQ GH WHJHQRYHUJHVWHOGH
ULFKWLQJ YDQ GH GUDDLULFKWLQJ YDQ GH VFKLMI RS KHW
PRPHQW YDQ EHNQHOOHQ
4.
Wees bijzonder voorzichtig bij het werken met
hoeken, scherpe randen, enz. Voorkom dat het
accessoire springt of bekneld raakt. Hoeken,
VFKHUSH UDQGHQ RI VSULQJHQ YHURRU]DNHQ YDDN EHNQHO-
len van het draaiende accessoire wat leidt tot terug-
slag of verlies van controle over het gereedschap.
5.
Bevestig geen zaagketting, houtbewerkings-
blad of getand zaagblad. 'HUJHOLMNH EODGHQ
leiden vaak tot terugslag of verlies van controle
over het gereedschap.
9HLOLJKHLGVZDDUVFKXZLQJHQ VSHFL¿HN YRRU
schuurwerkzaamheden:
1.
Gebruik geen veel te grote schuurpapierschij-
ven. Volg de aanbevelingen van de fabrikant
bij uw keuze van het schuurpapier. Te groot
VFKXXUSDSLHU GDW XLWVWHHNW WRW YRRUELM GH UDQG YDQ
KHW VFKXXUNXVVHQ OHYHUW VQLMJHYDDU RS HQ NDQ
EHNQHOOHQ RI VFKHXUHQ YDQ GH VFKXXUSDSLHUVFKLMI
of terugslag veroorzaken.
Aanvullende veiligheidswaarschuwingen:
1.
Laat het gereedschap niet ingeschakeld lig-
gen. Schakel het gereedschap alleen in wan-
neer u het vasthoudt.
2.
Zorg ervoor dat het werkstuk goed ondersteund is.
3.
Houd er rekening mee dat de steunschijf nog
een tijdje blijft draaien nadat het gereedschap
is uitgeschakeld.
4.
Indien de werkplaats uiterst warm en vochtig
is, of erg verontreinigd is met geleidend stof,
gebruikt u een kortsluitstroomonderbreker
(30 mA) om de veiligheid van de gebruiker te
verzekeren.
5.
Gebruik het gereedschap niet op materialen
die asbest bevatten.
Draag geen stoffen werkhandschoenen tijdens
gebruik van dit gereedschap. Vezels van stof-
IHQ KDQGVFKRHQHQ NXQQHQ ELQQHQGULQJHQ LQ KHW
gereedschap waardoor het gereedschap defect
kan raken.
7.
Werk altijd in een goed geventileerde ruimte.
8.
Wanneer u het gereedschap neerlegt, legt u
het neer op een vlakke en stabiele ondergrond.
9.
Tijdens gebruik van het gereedschap sluit u
het zo veel mogelijk aan op een stofzuiger om
het werkgebied schoon te houden en om te
voorkomen dat de gebruiker deeltjes inademt
die vrijkomen bij de werkzaamheden.
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES.
WAARSCHUWING:
door een vals gevoel van comfort en bekendheid
met het gereedschap (na veelvuldig gebruik)
en neem alle veiligheidsvoorschriften van het
betreffende gereedschap altijd strikt in acht.
VERKEERD GEBRUIK of het niet naleven van de
veiligheidsvoorschriften in deze gebruiksaanwij-
zing kan leiden tot ernstig persoonlijk letsel.
56 NEDERLANDS
Laat u NIET misleiden