1
BESCHRIJVING
1.1
OVERZICHT
Afbeelding 1-22
Kettinggeleiderhoes
1
Voorste handvatkap /
2
kettingrem
Voorste handgreep
3
Vergrendelingsknop
4
Schakelaar
5
Oliereservoirdop
6
Olie-indicator
7
Gekartelde stootranden
8
Zaagketting
9
10 Kettinggeleider
11 Sleutel
12 Achterste greep
13 Kettingspanningschroef
14 Kettingbeschermer
15 Kettingbeschermermoeren
16 Bout voor
kettingzaagspanning
17 Kettingtandwiel
18 Accuvrijgaveknop
19 Olieuitlaat
20 Zaagbladgleuf
21 Koppelingen
kettingaandrijving
22 Cutter
23 Kaprichting
2
VEILIGHEID
WAARSCHUWING
Zorg ervoor dat u zich aan alle veiligheidsinstructies
houdt.
Raadpleeg het veiligheidshandboek.
3
INSTALLATIE
WAARSCHUWING
Vervang of maak geen accessoires die niet door de
fabrikant worden aanbevolen.
WAARSCHUWING
Plaats het accupack pas als u alle onderdelen hebt
gemonteerd.
Engels
24 Gevarenzone
25 Ontsnappingsroute
26 Valrichting
27 Inkeping
28 Snoeisnede
29 Scharnier
30 Snoeisnede
31 Houd het werk weg van
de grond en laat de
ondersteuning op zijn plek
totdat de blok is
doorgezaagd
32 Ondersteun de stam over
de hele lengte
33 Zaag vanaf de bovenkant
(van boven verzagen) en
voorkom dat u in de aarde
zaagt
34 Stam aan één kant
ondersteund
35 Van beneden verzagen
36 Van boven verzagen
37 Stam aan beide kanten
ondersteund
38 Verzagen van een stam
39 Ga tijdens het zagen op
de helling staan omdat de
stam weg kan rollen
3.1
PAK DE MACHINE UIT
WAARSCHUWING
Zorg ervoor dat u de machine correct monteert voor
gebruik.
WAARSCHUWING
•
Gebruik de machine niet als onderdelen
beschadigd zijn.
•
Als u niet over alle onderdelen beschikt, mag u de
machine niet gebruiken.
•
Als de onderdelen beschadigd zijn of ontbreken,
neem dan contact op met het servicecentrum.
1. Open het pakket.
2. Lees de documentatie in de doos.
3. Haal de nog niet gemonteerde onderdelen uit de
doos.
4. Haal de machine uit de doos.
5. Voer de doos en verpakking af in overeenstemming
met de plaatselijke voorschriften.
3.2
DE KETTINGGELEIDER EN DE
KETTING IN ELKAAR ZETTEN
Afbeelding 1-7.
1. Verwijder de kettingbeschermermoeren met de
sleutel.
2. Verwijder de kettingbeschermer.
3. Plaats de kettingaandrijving schakels in de groef
van het zwaard.
4. Zet de kettingtanden in de werkrichting van de
ketting.
5. Plaats de ketting op zijn plaats en zorg ervoor dat
de lus zich achter de kettinggeleider bevindt.
6. Houd de ketting en het zwaard vast.
7. Plaats de kettinglus rond het tandwiel.
8. Zorg ervoor dat het kettingspanningsgat op de
kettinggeleider juist overeen komt met de bout.
9. Installeer de kettingbeschermer.
10. Maak de ketting vast. Zie
aan.
11. Draai de moeren vast wanneer de ketting goed is
gespannen.
OPMERKING
Als u de kettingzaag met een nieuwe ketting gebruikt,
moet u hem eerst gedurende 2 à 3 minuten testen.
Een nieuwe ketting wordt na het eerste gebruik langer,
controleer de spanning en span de ketting indien
nodig.
55
Pas de kettingspanning
NL