15m
VEILIGE WERKWIJZE
LET OP!
Draag altijd handschoenen als u de machine
onderhoudt of ermee werkt.
Controleer het gebied dat u gaat trimmen.
Pas op voor omstandigheden die gevaarlijke
situaties kunnen veroorzaken. WERK NIET
met de machine als zich kabels (stroom-,
telefoonkabels enz.) dichter dan 15 m (50 ft.)
in de nabijheid van de bediener of de
machine bevinden. (Fig. 2-9)
Toeschouwers en medewerkers moeten
gewaarschuwd en kinderen en dieren op een
afstand van minstens 15 m (50 ft.) worden
gehouden, als de zaag in gebruik is.
(Fig. 2-10)
Vermijd alle elektrische leidingen. Deze
eenheid/machine is niet elektrisch geïsoleerd.
Draag altijd een hoofdbescherming met een
volledige gezichtsbescherming om uzelf te
beschermen tegen vallende takken of afval.
(Fig. 2-10)
WAARSCHUWING!
Houd de machine tijdens de
werkzaamheden stevig met beide handen
vast. Als u met één hand werkt, kan dit
ernstige verwondingen veroorzaken.
Montage van de meshoek (Fig. 2-11,12)
WAARSCHUWING!
Zet de machine altijd stop voordat u
instellingen gaat wijzigen.
Raak het mes nooit aan als u de instelling
van de meshoek wijzigt. Houd in plaats
daarvan de hulphandgreep (3) vast.
15m
(50ft.)
Fig.2-9
T
Fig.2-12
1. Zet de motor stop.
2. Draai de knop van de handgreep (1) iets los,
zodat de hulphandgreep (3) verschuift.
3. Stel de meshoek op de gewenste positie in
door de hulphandgreep (3) vast te houden.
4. Draai vervolgens de knop van de handgreep
(1) handmatig goed vast.
Snoeitechnieken
Deze eenheid/machine dient ertoe om heggen
en kleine takken te snoeien. Neem voor een
succesvolle werkwijze het volgende in acht.
Plan het snoeien zorgvuldig. Controleer de
valrichting van de tak.
Lange takken moeten in stukken gesnoeid
worden.
Ga nooit direct onder een tak staan die
gesnoeid wordt
Oefen tijdens het snoeien een lichte druk uit
Verminder de druk als de tak bijna door is, om
de controle over het gereedschap te
behouden.
5. Onderhoud
ONDERHOUD, VERVANGING EN REPARATIE
VAN DE ONDERDELEN EN SYSTEMEN DIE
MET UITSTOOT VAN UITLAATGASSEN EN
GELUIDSOVERLAST TE MAKEN HEBBEN
MOGEN WORDEN UITGEVOERD DOOR
DESBETREFFENDE VAKBEDRIJVEN EN
VAKLUI.
Carburateurafstelling (Afb. 3-1)
WAARSCHUWING!
De messen kunnen mogelijk draaien terwijl
de carburateur ingesteld wordt.
3
Fig.2-10
WAARSCHUWING!
Start de motor nooit voordat de koppeling,
afdekking en de behuizing volledig gemon-
teerd zijn! De koppeling kan anders los rak-
en en verwondingen veroorzaken.
In de carburateur wordt de brandstof met lucht
gemengd. Tijdens een proefloop in de fabriek
wordt de carburateur op een basisinstelling in-
gesteld. Afhankelijk van het klimaat en de
hoogte kan een exactere instelling noodzakelijk
zijn. De carburateur heeft maar één aanpas-
singsmogelijkheid:
T = Onbelast toerental aanpassingsschroef.
Afstelling stationair toerental (T)
Controleer of het luchtfilter schoon is. Als het
stationaire toerental juist is, draait de ketting
niet. Als afstellen nodig blijkt, draai (met de klok
mee) aan de T-schroef terwijl de motor loopt tot
de ketting begint te draaien. Draai de schroef
terug (tegen de klok) tot de ketting stopt. U
heeft het juiste stationaire toerental ingesteld
als de motor in elke positie rond loopt op een
toerental dat ver onder het toerental ligt waarbij
de ketting begint te draaien.
Als het snijgereedschap nog draait, nadat u de
onbelaste snelheid ingesteld heeft, neem dan
contact op met uw Tanaka dealer.
ATTENTIE!
Standaard onbelast toerental is 2500-3000 rpm.
ATTENTIE!
Sommige modellen die in gebieden worden
verkocht met strenge milieuwetgeving hebben
geen mogelijkheid om de carburateur op lage
en hoge snelheid af te stellen. Dit omdat
daardoor de motor eventueel zodanig zou
kunnen worden afgesteld dat de lokale
milieuwetten worden overtreden. In deze
gevallen kunt u aan de carburateur alleen het
stationaire toerental instellen.
WAARSCHUWING!
Als de motor onbelast loopt, mag het
snijgereedschap in geen enkel geval
draaien.
TPH-230S/TPH-270S
1
Fig.2-11
T
Fig. 3-1
NL-9