VERPLAATSING EN HANTERING VAN HET GEREEDSCHAP
DE ONTKOPPELING VAN DE ACHTERWIELEN ACTIVEREN / DESACTIVEREN
Voor het verplaatsen van de grasmaaier is het niet absoluut noodzakelijk dat de motor aan staat en zelfs
niet dat de batterij is ingeschakeld. Daartoe moet u de achterwielen loskoppelen van de aandrijving van de
motor:
De ontkoppeling van de achterwielen activeren
- Druk op de 'Vergrendelingsknop' (17) van elk van
beide achterwielen om deze van de motoraandrijving
los te koppelen.
Nu de achterwielen niet meer door de motor
worden geremd, kunt de de grasmaaier moeiteloos
verplaatsen zonder de motor te hoeven starten.
LET OP: In deze positie worden de achterwielen niet meer aangedreven door de motor als deze
opnieuw wordt gestart en de grasmaaier zal niet vooruit gaan.
De ontkoppeling van de achterwielen desactiveren
- Druk op de 'Vergrendelingsknop' (17) en draai het
wiel totdat het in de in de vergrendeling grijpt. Deze
handeling herhalen voor het rechterwiel.
De achterwielen staan nu weer in verbinding met de
motor.
TRANSPORTREM
Als de grasmaaier stil staat en de messen niet draaien, wordt de grasmaaier op een glooiend of hellend
terrein beveiligd door het activeren van transportrem. In deze stand komt de snijcarter in contact met de
achterwielen die daardoor worden tegengehouden. De grasmaaier kan dus niet voor- of achteruit rijden of
geduwd worden.
- De hendel voor de regeling van de snijhoogte (13)
stevig vasthouden en tegelijkertijd op de twee knoppen
drukken om hem uit zijn positie los te maken.
- De knoppen ingedrukt houden en de hendel voor
positie 25 kantelen.
20
17
17
13