8. Leegpompen
Bij verplaatsen of verwijderen van buitenunit dient het systeem volgens de onder-
staande procedure te worden leeggepompt, zodat geen koelmiddel in de atmosfeer
terecht kan komen.
1 S chakel het gehele voedingscircuit (met inbegrip van de binnenunit, verwarmer,
buitenunit enzovoort) UIT.
2 S luit het meetverdeelstuk aan op de onderhoudsopening van de afsluitkraan in
de gasleiding aan de buitenunit.
3 D raai de afsluitkraan in de vloeistofleiding aan de buitenunit volledig dicht.
4 W ijzig de instellingen op de binnenunit.
• Z et DIP-schakelaar SW1-3 op OFF, SW2-1 op OFF en SW2-4 op ON op het
schakelbord van de binnenunit.
• O ntkoppel de signaalingangen IN1 (ingang voor kamerthermostaat 1), IN4
(ingang voor belastingsregeling) en IN5 (ingang voor buitenthermostaat).
CNP1(WHT)
1
3
TBO.1
1
CNV1
(WHT)
5
TBO.2
LED3
1
CNPWM
CNBH
1
CNIH
(WHT)
(WHT)
(ORN)
3
LED2
7
3
1
CN22
1
CNBC
CNBHT
(BLU)
2
(GRY)
(BLK)
3
1
3
1
CN2F
CN21
CNW12
CNW5
CNW3
CN20
(YLW)
(YLW)
(RED)
(WHT)
(WHT)
(RED)
1
1
1
1
1
1
2
2
3
2
3
IN1
IN4 IN5
4
TBI.1
TBI.2
5 Schakel het gehele voedingscircuit IN.
6 S electeer op de hoofdcontroller van de binnenunit "Heating/cooling mode" →
"Cooling flow temp." in het hoofdmenu.
7 S electeer in het hoofdmenu "Service" → "Operation settings" → "Freeze stat
function" en stel de minimale buitentemperatuur op * (sterretje) in.
U wordt om een wachtwoord gevraagd. HET STANDAARDFABRIEKSWACHT-
WOORD is "0000".
9. Specificaties
Buitenunit
Voedingsspanning
Afmetingen B × H × D
Gewicht
Koelen
Geluidsniveau *1
dB (A)
Verwarmen
*1 Gemeten bij nominale werkingsfrequentie.
30
CN01
5
(BLK)
1
CN3C
1
(BLU)
3
1
CN105
(RED)
5
1
CNRF
(WHT)
5
LED4 LED5
CN108
SW4
LED1
1
6
SW2
SW1
1
8
1
8
SW3
8
1
SUHZ-SW45
Eenfasig 230 V, 50 Hz
mm
840 × 880 × 330
kg
54
52
52
8 V ang het koelmiddel op.
• D ruk op de ON/OFF-knop op de hoofdcontroller.
• S tel "Cooling ON" in via het optiemenu.
• S tel de doelstroomtemperatuur in op 5 °C. Als het systeem door een kamer-
temperatuurthermostaat wordt bestuurd, stel de doelkamertemperatuur dan in
op 10 °C.
N a 60 seconden wordt begonnen met het opvangen van het koelmiddel.
• R aadpleeg de installatiehandleiding of bedieningshandleiding van de binnen-
unit voor details of voor meer informatie over de instellingen van de hoofdcon-
troller.
9 D raai de afsluitkraan in de gasleiding aan de buitenunit volledig dicht zodra de
manometer 0,05 tot 0 MPa [Meter] aangeeft (ongeveer 0,5 tot 0 kgf/cm
de buitenunit snel.
• D ruk op de knop "ON/OFF" op de afstandsbediening om de buitenunit te
stoppen.
* H oud er rekening mee dat leegpompen misschien niet kan als de verleng-
stukken erg lang zijn en er grote hoeveelheden koelmiddel in de verlengstuk-
ken zit. Gebruik in dit geval onderdelen voor koelmiddelrecuperatie om al het
koelmiddel uit het systeem te verzamelen.
0 Z et de hoofdcontroller-instelling die u hierboven bij procedure 8 hebt gewijzigd,
terug op de oorspronkelijke waarde.
1 H oud de ON/OFF-knop op de hoofdcontroller van de binnenunit ongeveer 3 se-
conden ingedrukt om de unit te stoppen.
2 Z et de hoofdcontroller-instellingen die u bij andere procedures dan 8 hebt gewij-
zigd, terug op de oorspronkelijke waarden.
3 S chakel het gehele voedingscircuit UIT en zet de DIP-schakelaars op de print-
plaat van de binnenunit terug in de oorspronkelijke stand.
4 V erwijder het meterverdeelstuk en koppel de koelmiddelleidingen los.
Waarschuwing:
Als u het koelmiddel uit het apparaat pompt, schakel de compressor dan uit
voordat u de koelmiddelleidingen loskoppelt.
• Als u de koelmiddelleidingen loskoppelt terwijl de compressor werkt en de
afsluitkraan (kogelklep) geopend is, kan de druk in het koelmiddelcircuit ex-
treem hoog worden als er lucht wordt aangezogen, waardoor de leidingen
kunnen barsten, mensen gewond kunnen raken, enz.
Voorzichtig:
Gebruik deze koelmodus NIET voor andere doeleinden dan leegpompen.
Bij gebruik tijdens normale werking zijn de prestaties van de warmtepomp
mogelijk niet toereikend.
) en stop
2