fig. 6
De mate waarin de toorts schuin moet worden gehouden,
is afhankelijk van de gewenste penetratie. Omdat de tij-
dens de bewerking gesmolten slak zich aan de mond-
stukhouder en het mondstuk hecht, is het raadzaam deze
twee onderdelen regelmatig te reinigen. Zo voorkomt u
ongewenste verschijnselen (dubbele boog) die het mond-
stuk binnen een paar seconden kunnen vernielen.
Met het oog op de hoge stralingsemissie (infrarood en
ultraviolet) bij deze bewerking, wordt het aanbevolen de
operator en de personen in de nabijheid van de werkplek
zeer goed te beschermen.
Schakel het apparaat na afloop van de werkzaamhe-
den uit.
5 SNIJPROBLEMEN
5.1 SLECHTE PENETRATIE
Dit kan worden veroorzaakt door de volgende factoren:
• De snelheid is te hoog.
Zorg ervoor dat de boog volledig in het te snijden werk-
stuk doordringt en in de bewegingsrichting hooguit een
schuine stand van 10 tot 15° aanneemt. Zo wordt voor-
komen dat het mondstuk verkeerd wordt gebruikt en dat
op de mondstukhouder brandplekken ontstaan.
• Het werkstuk is te dik (raadpleeg het schema over snij-
snelheid en dikten).
• De klem van de werkstukkabel maakt niet goed contact
met het werkstuk.
• Het mondstuk en de elektrode zijn verbruikt.
• De mondstukboring is te groot ten opzichte van de met
knop F ingestelde waarde.
• De snijstroomsterkte is te laag.
N.B. Als de boog niet goed doordringt, kan metaalslak de
opening van het mondstuk beschadigen.
5.2 DE BOOG GAAT UIT
Dit kan worden veroorzaakt door de volgende factoren:
• Het mondstuk, de elektrode of de diffusor is verbruikt.
• De luchtdruk is te hoog.
• De voedingsspanning is te laag.
• De voortbewegingssnelheid is te laag.
• De snijstroomsterkte is te hoog voor de dikte van het te
snijden werkstuk.
50
5.3 SCHUINE INSNIJDING
Mocht er sprake zijn van een schuine insnijding, schakel
het apparaat dan uit en vervang het mondstuk.
Voorkom dat het mondstuk elektrisch in aanraking
komt met het te snijden werkstuk (of met metaalslak).
De mondstukboring kan anders snel of onmiddellijk wor-
den vernield, met een slecht snijresultaat als gevolg.
5.4
OVERMATIGE SLIJTAGE VAN VERBRUIKSON-
DERDELEN
Dit kan worden veroorzaakt door de volgende factoren:
- De gasdruk ligt veel lager dan de aanbevolen waarde.
- Het gastoevoersysteem is beschadigd.
6 FOUTCODES
Bij storingen verschijnt op display X de letter E. Deze let-
ter wordt gevolgd door een nummer, dat de volgende
betekenissen kan hebben:
code
STORING
1
De apparatuur
blokkeert.
2
De apparatuur
blokkeert.
12
De verplaatsings-
sensor is gesloten
tijdens de ontsteking.
13
Er is sprake van een
gevaarlijke spanning
op de toorts.
51
De toorts wordt niet
herkend.
52
De startknop is tijdens Schakel de startknop
de ontsteking ingedrukt.om, en schakel het
53
De startknop is inge-
drukt tijdens het reset- om, en schakel het
ten van de drukschake- apparaat uit en weer in.
laar die een te lage
druk aangeeft of tijdens
het resetten van de
thermische beveiliging.
54
De elektrode en het
mondstuk maken kort- en controleer de elektro
sluiting.
55
De elektrode is
verbruikt.
OPLOSSING
Neem contact op met
de servicedienst.
Neem contact op met
de servicedienst.
Vervang het defecte
onderdeel.
Schakel het apparaat uit
en weer in. Blijft het
probleem bestaan,
neem dan contact op
met de servicedienst.
Controleer het toortsty-
pe. Gebruik uitsluitend
originele toortsen.
apparaat uit en weer in.
Schakel de startknop
Schakel het apparaat uit
de en het mondstuk.
Schakel het apparaat uit
en vervang de elektrode
en het mondstuk.