B Montagevoorschrift – 10 Inbedrijfstelling
10.1 Functietest
De inbedrijfstelling van de thermostaat (en installatie)
evenals de eerste programmering volgens de wensen
van de gebruiker, dienen door een erkend installateur
te geschieden, welke tevens de verantwoording voor
de installatie op zich heeft genomen.
Hierbij zijn de volgende handelingen
te verrichten
Energiebesparing
Dag- en tijdinstelling
Programmering
Functietest
Aanvoertemperatuur instellen
10.2 Omschakeling van Aan/
Uit naar Proportionele regeling
Af fabriek functioneert de VRT-PZA als aan/uit rege-
laar. Het omschakelen naar een proportionele regeling
dient door uw erkende installateur verricht te worden.
Nadat de hoofdschakelaar van de Thermocompact op
„0" gezet is, kan volgens hoofdstuk 8 de thermostaat
van de montageplaat genomen worden. Op de achter-
Hoofdstuk 1
zijde treft u een doorverbinding aan (afb. 10.14)
Hoofdstuk 3
waarmee de functie van de kamerthermostaat van een
Hoofdstuk 5
aan/uit- (PZ) naar een proportionele regeling (PA)
Hoofdstuk 6
omgeschakeld kan worden. Indien het vermogen van
Hoofdstuk 7
het verwarmingsapparaat duidelijk boven het
berekende noodzakelijke verwarmingsvermogen ligt,
moet de stekker op PZ blijven.
Bij installaties waar het verwarmingsvermogen en het
benodigde vermogen overeenkomen, adviseren wij de
stekker op PA om te zetten (zie afb. 10.14).
(Fig. 10)
NL
73