6.4 Drukcontrole (raadpleeg afbeelding 2)
Het Gaymar-testgereedschap, onderdeelnr. 77553-000, past het mondstuk van de
SC525 aan op de slang (binnendiameter 4,75 mm) voor aansluiting op een manometer.
Bevestig het testgereedschap aan het mondstuk van de SC525. Sluit het slanguiteinde
op een standaard manometer aan. Houd de opblaaspomp en het testgereedschap stevig
tegen elkaar. Schakel de opblaaspomp in en controleer of de uitgangsdruk minimaal 4
kPa bij 230 V / 50 Hz is. Als het apparaat niet voldoet aan de eisen van de drukcontrole,
raadpleeg dan hoofdstuk 7.
7.0 Oplossen van problemen (raadpleeg afbeelding 1)
Voer altijd de Werkingscontrole en veiligheidsinspectie (hoofdstuk 6) uit na
de reparaties en voorafgaand aan het gebruik van de opblaaspomp. Indien
dit niet wordt gedaan, kan de gebruiker letsel oplopen.
1.
Als de opblaaspomp niet werkt, controleer dan of deze op het stopcontact
is aangesloten en of er netspanning aanwezig is. Controleer vervolgens op
doorgebrande zekeringen. Als er een zekering is doorgebrand, vervang deze dan aan
de hand van hoofdstuk 8. Als een zekering meermalen doorbrandt, controleer dan de
bedrading, de motor, het EMI-filter of de schakelaar op kortsluiting. Als het probleem
niet kan worden verholpen, breng de complete opblaaspomp dan voor reparatie naar
de plaatselijke dealer.
2.
Als het apparaat met een nieuwe zekering nog niet werkt, controleer dan
achtereenvolgens de doorverbinding van de motor, de schakelaar en het EMI-filter.
3.
Als de motor geen doorverbinding heeft, vervang de motor dan aan de hand van
hoofdstuk 8 of breng de complete opblaaspomp voor reparatie naar de plaatselijke
dealer.
4.
Als de schakelaar geen doorverbinding heeft in ingeschakelde stand, vervang deze
dan aan de hand van hoofdstuk 8 of breng de complete opblaaspomp voor reparatie
naar de plaatselijke dealer.
5.
Als het EMI-filter geen doorverbinding heeft, vervang het dan aan de hand van
hoofdstuk 8 of breng de complete opblaaspomp voor reparatie naar de plaatselijke
dealer.
6.
Als het apparaat niet voldoet aan de eisen van de drukcontrole, controleer dan of
de afdichting tussen de voorste kap en de behuizing intact is. Vervang de afdichting
indien deze ontbreekt, beschadigd is of op andere wijze onbruikbaar is. Zie afbeelding
3 voor de reserveonderdelenlijst. Als het probleem niet kan worden verholpen, breng
de complete opblaaspomp dan voor reparatie naar de plaatselijke dealer.
46
WAARSCHUWING