19 - Meetproces
Waarschuwing
Slechte doorbloeding door permanente manchetdruk.
De manchetslang mag niet geknikt raken.
•
Als de patiënt beperkte cognitieve vaardigheden heeft, mag het apparaat alleen onder toezicht
•
worden gebruikt.
Zorg voor een correcte plaatsing van de schouderband en de manchetslang.
•
Plaats de manchetslang altijd onder de kleding (zelfs 's nachts).
•
•
Bij gebruik van het apparaat bij kinderen, moet het met grote voorzichtigheid en onder permanent
toezicht worden toegepast.
•
Instrueer de patiënt om het apparaat uit te schakelen, de manchet te verwijderen en de arts te
informeren als hij bij gebruik pijn, zwellingen, rode verkleuringen of een dof gevoel in het ledemaat
ervaart waarop de manchet is geplaatst. (De patiënt zal tijdens een bloeddrukmeting naar
verwachting matig tot gemiddeld ongemak ervaren.)
Waarschuwing
Slechte doorbloeding door te vaak uitgevoerde metingen.
•
Controleer de datum van de laatste meting.
•
Informeer de patiënt over deze waarschuwing.
Als de patiënt beperkte cognitieve vaardigheden heeft, mag het apparaat alleen onder toezicht
•
worden gebruikt.
•
Observeer de patiënt nauwkeurig.
Instrueer de patiënt om het apparaat uit te schakelen, de manchet te verwijderen en de arts te
•
informeren als hij bij gebruik pijn, zwellingen, rode verkleuringen of een dof gevoel in het ledemaat
ervaart waarop de manchet is geplaatst. (De patiënt zal tijdens een bloeddrukmeting naar
verwachting matig tot gemiddeld ongemak ervaren.)
Waarschuwing
Als de patiënt op hetzelfde lidmaat voor bewakingsdoeleinden nog een ME-apparaat draagt, kan
de plaatsing en inflatie van de manchet leiden tot een tijdelijk functieverlies van het reeds
aanwezige ME-apparaat.
Het gebruik en de toepassing van de geautomatiseerde, non-invasieve bloeddrukmeter kan tot
een langdurige belemmerde bloedcirculatie bij de patiënt of in het betreffende lidmaat leiden.
Onderzoek de patiënt.
•
Vraag de patiënt naar voorgaande behandelingen.
•
•
Observeer de patiënt nauwkeurig.
•
Instrueer de patiënt om het apparaat uit te schakelen, de manchet te verwijderen en de arts te
informeren als hij bij gebruik pijn, zwellingen, rode verkleuringen of een dof gevoel in het ledemaat
ervaart waarop de manchet is geplaatst. (De patiënt zal tijdens een bloeddrukmeting naar
verwachting matig tot gemiddeld ongemak ervaren.)
Opgelet
Letselrisico door onjuiste plaatsing van de manchet.
De arts moet ervoor zorgen dat het gebruik van het apparaat op grond van de medische toestand
•
van de patiënt niet leidt tot een belemmerde bloedcirculatie.
Als de patiënt beperkte cognitieve vaardigheden heeft, mag het apparaat alleen onder toezicht
•
worden gebruikt.
Bij gebruik van het apparaat bij kinderen, moet het met grote voorzichtigheid en onder permanent
•
toezicht worden toegepast.
Het is verplicht om de patiënt te instrueren in de juiste plaatsing van de manchet.
•
Informeer de patiënt dat de manchet alleen op de bovenarm mag worden gebruikt.
•
Zorg ervoor dat de schouderband of de manchetslang niet rond de nek van de patiënt terecht
•
kunnen komen. Plaats de manchetslang altijd onder de kleding (zelfs 's nachts).
Instrueer de patiënt om het apparaat zodanig te plaatsen dat terwijl de manchet is opgeblazen de
•
slang niet bekneld of geknikt kan raken, met name tijdens de slaap.
Bij sommige patiënten kan er sprake zijn van petechiën, bloedingen of onderhuidse hematomen.
•
•
Instrueer de patiënt om het apparaat uit te schakelen, de manchet te verwijderen en de arts te
informeren als hij bij gebruik pijn, zwellingen, rode verkleuringen of een dof gevoel in het ledemaat
ervaart waarop de manchet is geplaatst. (De patiënt zal tijdens een bloeddrukmeting naar
verwachting matig tot gemiddeld ongemak ervaren.)
Opgelet
Intoleranties door het gebruik van desinfecterende middelen.
Wassen om restanten te verwijderen.
•
Was de manchet met een mild wasmiddel in de wasmachine op max. 30°C (niet centrifugeren).
•
Let op
Schade aan het apparaat
•
Draag de ABPM 7100 niet tijdens het douchen. Als u vermoed dat tijdens de reiniging of het gebruik
van het apparaat vocht in het apparaat is binnengedrongen, mag het apparaat niet meer op de
patiënt worden gebruikt.
Als het apparaat is blootgesteld aan vocht, dient u het uit te schakelen en de batterijen te
•
verwijderen.
Informeer onmiddellijk uw servicedienst en stuur het apparaat op voor inspectie.
•
Het apparaat mag niet worden gebruikt in de buurt van MRI-scanners of in de directe nabijheid van
•
andere medische elektrische apparatuur.
Tijdens een ontlading van een defibrillator mag het apparaat geen contact maken met de patiënt.
•
Door een dergelijke ontlading kan de ABPM 7100 beschadigd raken en kunnen er onjuiste waarden
worden getoond.
•
De ABPM 7100 is niet geschikt voor gelijktijdig gebruik met HF-chirurgische instrumenten.
De meting kan op elk gewenst moment worden onderbroken door een druk op een willekeurige
•
knop. Hierdoor loopt de manchet leeg en kan het apparaat worden verwijderd.
Let op
Hygiëne
• Zorg voor een goede hygiëne overeenkomstig het onderhoudsschema.
Let op
Meetfouten
Het gebruik van onderdelen die niet met het apparaat zijn meegeleverd, kan tot meetfouten leiden.
•
Gebruik daarom alleen de door Welch Allyn geleverde accessoires.
Hoewel de ABPM 7100 aan alle EMC-standaarden voldoet, mag het apparaat niet worden
•
blootgesteld aan sterke elektromagnetische velden, aangezien dit kan leiden tot defecten buiten de
grenswaarden.
•
Voor medische elektrische apparatuur zijn speciale voorzorgsmaatregelen met betrekking tot de
EMC vereist. U dient daarom de bijgevoegde richtlijnen na te leven.
•
De manchetslang tussen de ABPM 7100 en de manchet mag niet worden geknoopt, samen worden
geknepen of uit elkaar worden getrokken.
•
De manchetaansluiting moet altijd met een hoorbare "KLIK" worden uitgevoerd. Een loszittende
verbinding tussen de slang en het apparaat leidt tot meetfouten.
Opmerking
•
Ernstige defecten worden door een permanent geluidssignaal aangegeven.
Als het apparaat een permanent piepsignaal afgeeft, dient u het uit te schakelen, de
•
manchet te verwijderen en de arts te informeren.
Overhandig het gegevensblad "Patiëntinformatie – werking van de the ABPM 7100"
•
aan elke patiënt. Het gegevensblad is als kopieervoorbeeld bijgevoegd.
Draagbare en mobiele HF-communicatieapparatuur kan medische elektrische
•
apparatuur beïnvloeden.
Extreme
temperaturen,
vocht of
•
beïnvloeden. Houd de bedrijfscondities daarom in de gaten.
Er bestaan momenteel geen klinische studies in vergelijking met referentiemethoden
•
over de toepassing van polsgolfanalyse bij kinderen.
•
De analyse van de impulsgolven biedt een aanvullende indicatie voor mogelijke
risico's, maar is niet toelaatbaar als een toereikende indicator voor individuele
aandoeningen of als therapie-aanbeveling.
Initiële meting
Opmerking
Om een nieuw meetverslag te kunnen starten, is eerst een initiële meting vereist. Een arts
dient te controleren of de initiële meting aannemelijk is!
Meetproces - 20
luchtdruk
kunnen
de
meetnauwkeurigheid