Modos de funcionamiento:
• Funcionamiento monocanal: EN 60204-1
(VDE 0113-1) e IEC 60204-1, sin
redundancia en el circuito de entrada, se
detectan los contactos a tierra en el
circuito del pulsador.
• Funcionamiento bicanal: Circuito de
entrada redundante, se detectan los
contactos a tierra en el circuito del
pulsador, así como los contactos
transversales entre los contactos del
pulsador.
• Rearme automático: El dispositivo se
encuentra activo, en cuanto que el
circuito de entrada se encuentra cerrado.
• Rearme manual: El dispositivo se
encuentra activo sólo después de que se
haya accionado un pulsador de rearme.
Mediante ello queda excluida la posibili-
dad de un rearme automático del
dispositivo después de un corte y un
restablecimiento de la tensión.
• Rearme manual con supervisión: El
dispositivo se encuentra activo sólo
después de que se haya accionado y
vuelto a soltar el pulsador de rearme.
Montaje
• El dispositivo tiene que ser montado
dentro de un armario de distribución
(IP54 como mínimo). Los dos elementos
de encaje de la parte trasera del dispositi-
vo sirven para fijarlo en una guía
normalizada.
• Montar el aparato en una guía portante
horizontal. Si se monta en otra posición,
no se mantendrán los valores del poder
de corte indicados en las características
técnicas.
• El dispositivo básico PNOZ p1p se puede
montar en cualquier lugar dentro del
sistema de seguridad modular
PNOZpower.
• En la parte posterior del PNOZ p1p hay
dos 2 conectores hembra. El dispositivo
básico PNOZ p1p se conecta a los
módulos de ampliación mediante los
puentes insertables suministrados con el
dispositivo.
Hay que tener en cuenta: ¡Es necesario
insertar una clavija de terminación en
el primer y otra en el último aparato
(véase Fig. 2)!
• Utilizar exclusivamente clavijas de
terminación del sistema de seguridad
modular PNOZpower (marcados: N.º de
referencia 95579).
• Número máximo de módulos admitidos
por un sistema PNOZpower:
- 1 dispositivo básico
- 4 módulos de ampliación
- 1 fuente de alimentación
Modi operativi:
• Funzionamento monocanale: a norma
EN 60204-1 (VDE 0113-1) e
IEC 60204-1, nessuna ridondanza nel
circuito di ingresso; vengono identificati i
guasti a terra nel circuito del pulsante.
• Funzionamento bicanale: circuito di
ingresso ridondante; vengono identificati i
guasti a terra nel circuito del pulsante e i
cortocircuiti tra i contatti dei pulsanti.
• Start automatico: il dispositivo si attiva
non appena il circuito di ingresso viene
chiuso.
• Start manuale: il dispositivo si attiva
quando viene attivato un pulsante di start.
In questo modo si esclude un avvio
automatico del relè dopo l'interruzione e
la ripresa dell'alimentazione di corrente.
• Start manuale controllato: il dispositivo è
attivo solo quando il pulsante di start è
stato azionato e nuovamente rilasciato.
Montaggio
• Il modulo di sicurezza deve venire
montato in un armadio elettrico (grado di
protezione minimo IP54). Per il fissaggio
su una guida, servono due dispositivi a
scatto sul retro del dispositivo.
• Fissare il dispositivo su una guida
orizzontale. Nel caso di posizioni di
installazione diverse, i valori indicati nei
dati tecnici per il potere di interruzione
non possono essere rispettati.
• Il dispositivo base PNOZ p1p può essere
montato in un punto qualsiasi del sistema
modulare di sicurezza PNOZpower.
• Sul retro del dispositivo PNOZ p1p sono
previste 2 boccole. Il dispositivo base
PNOZ p1p viene collegato ai moduli di
espansione attraverso i ponticelli forniti.
Nota bene: sul primo e sull'ultimo
dispositivo è necessario inserire un
connettore terminale (v. fig. 2).
• Utilizzare soltanto il connettore terminale
per il sistema di sicurezza modulare
PNOZpower (stampigliatura: N. 95579).
• Dotazione massima di un sistema
PNOZpower:
- 1 dispositivo base
- 4 moduli di espansione
- 1 alimentatore di rete
- 11 -
Bedrijfsmodi:
• Eenkanalig bedrijf: EN 60204-1
(VDE 0113-1) en IEC 60204-1, geen
redundantie in het ingangscircuit,
aardsluitingen in het ingangscircuit
worden gedetecteerd.
• Tweekanalig bedrijf: redundant in-
gangscircuit, aardsluitingen in het
ingangscircuit en onderlinge sluitingen
tussen de ingangscontacten worden
gedetecteerd.
• Automatische start: apparaat is actief,
zodra het ingangscircuit gesloten is.
• Handmatige start: apparaat is pas dan
actief, als een startknop bediend wordt.
Daardoor is een automatische activering
van het relais na uitvallen en terugkeren
van de spanning uitgesloten.
• Handmatige start met bewaking: apparaat
is pas actief als de startknop bediend en
weer losgelaten is.
Montage
• Het veiligheidsrelais dient ingebouwd te
worden in een schakelkast (min. IP54).
Bevestiging op een DIN-rail is mogelijk
via twee relaisvoeten op de achterzijde
van het apparaat.
• Monteer het apparaat op een horizontale
draagrail. Bij andere inbouwposities kan
niet voldaan worden aan de waarden die
in de techn. gegevens voor het schakel-
vermogen zijn opgegeven.
• De basismodule PNOZ p1p kan op een
willekeurige plaats van het modulaire
veiligheidssysteem PNOZpower gemon-
teerd worden.
• Op de achterzijde van de PNOZ p1p
bevinden er zich 2 busaansluitingen. De
basismodule PNOZ p1p wordt met de
uitbreidingsmodulen verbonden via de
meegeleverde busconnectoren.
Let u op het volgende: Op het eerste en
laatste apparaat moet er een
afsluitconnector geplaatst worden
(zie fig. 2)!
• Alleen afsluitconnectoren voor het
modulaire veiligheidssysteem
PNOZpower gebruiken (voorzien van
artikelnr. 95579).
• Maximale bezetting van een PNOZpower-
systeem:
- 1 basismodule
- 4 uitbreidingsmodulen
- 1 voedingsmodule