NEDERLANDS
4.
Schroef
er
de
watervulschroef
samen met de dichting opnieuw in.
5.
Drukleiding
openen
resp. sproeier opendraaien), zodat
bij het aanzuigen lucht kan ontsnap-
pen.
6.
Apparaat inschakelen (zie "Bedrijf").
7.
Schakel het apparaat uit zodra het
water gelijkmatig uit de opening
stroomt.
6. Bediening
Pomp en zuigleiding moeten aangeslo-
ten en gevuld zijn (zie "Voor de inwer-
kingstelling").
A
Let op!
De pomp mag niet drooglopen.
Er moet steeds genoeg transport-
vloeistof (water) aanwezig zijn.
Wanneer de motor niet start, de
pomp geen druk opbouwt of soort-
gelijke effecten optreden, schakel
het apparaat uit - en probeer dan de
storing te verhelpen (zie "Problemen
en storingen").
Pompkarakteristiek
Op de pompkarakteristiek kunt u de ver-
houding aflezen tussen de drukhoogte
en het debiet.
(Pompkarakteristiek
voor
0,5 m en 1"-zuigslang.)
(Pompkarakteristiek
voor
0,5 m en 1"-zuigslang.)
6.1
Apparaat in bedrijf stel-
len
3
Aanwijzing:
De drukschakelaar
schakelt de pomp in, als de waterdruk
in de ketel door het nemen van water
tot onder de inschakeldruk daalt;;
26
schakelt de pomp uit, als de uitscha-
keldruk is bereikt.
(waterkraan
3
Aanwijzing:
De ketel bevat een rubberbalg,
die af fabriek onder luchtdruk ("voorvul-
druk") staat; daardoor kunnen kleine
hoeveelheden water worden ontnomen
zonder dat de pomp aanloopt.
1.
Steek de netstekker in het stopcon-
tact.
2.
Drukleiding
resp. sproeier opendraaien).
3.
Controleer of er water uit de opening
stroomt!
7. Onderhoud en service
A
Gevaar!
Alvorens u met werkzaamhe-
den aan het apparaat begint:
1.
het apparaat uitzetten,
2.
de stekker uit het stopcontact
trekken.
3.
Ervoor zorgen dat het apparaat
en het aangesloten toebehoren
drukvrij zijn.
Andere dan de
onderhouds- of reparatiewerkzaam-
heden mogen alleen worden uitge-
voerd door geschoolde arbeidskrach-
ten.
7.1
Bij vorstgevaar
A
Let op!
Vorst vernielt apparaat en toe-
behoren omdat deze altijd water
bevatten!
Als er kans op vorst bestaat, moet
het apparaat samen met het toebe-
horen worden gedemonteerd en
zuighoogte
opgeborgen (zie volgend hoofd-
stuk).
7.2
Apparaat demonteren en
opbergen
1.
Schakel het apparaat uit en trek de
netstekker uit het stopcontact.
2.
Drukleiding
resp. sproeier opendraaien), water
geheel laten aflopen.
3.
Pomp en ketel volledig legen, hier-
voor de wateraflaatplug onderaan
zuighoogte
de pomp uitdraaien.
4.
Zuig- en drukleidingen van het
apparaat demonteren.
5.
Apparaat in een vorstvrije ruimte
(min. 5 °C) opslaan.
8. Problemen en storingen
A
Gevaar!
Alvorens u met werkzaamhe-
den aan het apparaat begint:
openen
(waterkraan
hier
beschreven
openen
(waterkraan
1.
apparaat uitzetten,
2.
stekker uit het stopcontact trek-
ken.
3.
Ervoor zorgen dat het apparaat
en het aangesloten toebehoren
drukvrij zijn.
8.1
Storingen lokaliseren
Pomp loopt niet:
Er is geen netspanning.
• Controleer het snoer, de stekker,
het stopcontact en de zekering.
De netspanning is te laag.
• Verlengkabel
met
aderdoorsnede gebruiken (zie
"Technische gegevens").
Motor oververhit, motorbeveiliging
geactiveerd.
• Na het afkoelen wordt het appa-
raat automatisch opnieuw inge-
schakeld.
• Zorg voor voldoende verluchting,
houd de ventilatieopeningen vrij.
• Houd rekening met de maximale
toevoertemperatuur.
Motor bromt maar start niet.
• Steek een schroevendraaier of
dergelijke door de ventilatieope-
ningen van de uitgeschakelde
motor en draai aan het ventilator-
wiel.
Pomp verstopt of defect.
• Demonteer de pomp en reinig ze.
• Diffusor reinigen, ev. vervangen.
• Loopwiel reinigen, ev. vervangen.
Pomp zuigt niet of loopt zeer luid:
Watergebrek.
• Controleer of de watervoorraad
voldoende groot is.
Zuigleiding lek.
• Dicht de zuigleiding af, trek de
schroefverbindingen aan.
Zuighoogte te groot.
• Houd rekening met de maximale
zuighoogte.
• Breng de terugslagklep aan en
vul de zuigleiding met water.
Aanzuigfilter (toebehoren) verstopt.
• Reinigen, ev. vervangen.
Terugslagklep (toebehoren) geblok-
keerd.
• Reinigen, ev. vervangen.
Waterlek tussen motor en pomp,
schuifringdichting lek.
• Vervang de schuifringdichting.
Pomp verstopt of defect.
• zie hoger.
Druk te laag:
Zuigleiding lek of zuighoogte te
groot.
• zie hoger.
Pomp verstopt of defect.
voldoende