Anleitung_Euro_270_8_24_mehrspr:_
1. Beschrijving van het apparaat
(fig. 1/2/3)
1. Aanzuigluchtfilter
2. Drukvat
3. Wiel
4. Kijkglas
5. Veiligheidsklep
6. Snelkoppeling (ongeregelde perslucht)
7. Drukregelaar
8. Snelkoppeling (geregelde perslucht)
9. Manometer
(keteldruk kan worden afgelezen)
10. Drukschakelaar
11. Transportgreep
12. AAN/UIT-schakelaar
13. Olieafsluitstop (olievulgat)
14. Manometer
(ingestelde druk kan worden afgelezen)
15. Olieaflaatplug
16. Terugslagklep
17. Standvoet
18. Aflaatklep
19. Compressor
Let op!
Bij het gebruik van apparaten dienen enkele
veiligheidsmaatregelen te worden nageleefd
om lichamelijk gevaar en schade te
voorkomen. Lees daarom deze handleiding
zorgvuldig door. Bewaar deze goed zodat u de
informatie op elk moment kunt terugvinden.
Mocht u dit apparaat aan andere personen
doorgeven, gelieve dan deze handleiding mee
te geven.
Wij zijn niet aansprakelijk voor ongevallen of
schade die te wijten zijn aan niet-naleving van
deze handleiding en van de
veiligheidsinstructies.
2. Toepassingsgebied
De compressor dient voor de
persluchtopwekking voor pneumatisch
gereedschap.
08.06.2007
9:58 Uhr
Seite 49
Wij wijzen erop dat onze gereedschappen
overeenkomstig hun bestemming niet
geconstrueerd zijn voor commercieel,
ambachtelijk of industrieel gebruik. Wij geven
geen garantie indien het gereedschap in
ambachtelijke of industriële bedrijven alsmede
bij gelijk te stellen activiteiten wordt gebruikt.
3. Aanwijzingen omtrent de
installatie
Controleer het toestel op transportschade.
Eventuële schade onmiddellijk aangeven
aan de vervoeronderneming waarmee de
compressor werd geleverd.
Vóór ingebruikneming dient het oliepeil in
de compressor-pomp te worden ge-
controleerd.
De compressor dient nabij de verbruikers te
worden geïnstalleerd.
Vermijd lange luchtkabels en
toevoerleidingen (verlengingen).
Let op droge en stofvrije aanzuiglucht.
De compressor niet in een vochtige of natte
ruimte installeren.
De compressor mag slechts in gepaste
ruimten (goed geventileerd,
omgevingstemperatuur
+5°C - +40°C) worden gebruikt. In de
ruimte mogen geen stof, zuren, dampen,
explosieve of ontvlambare gassen zijn.
De compressor is geschikt voor gebruik in
droge ruimten. Hij mag niet worden
gebruikt in zones waarin met spatwater
wordt gewerkt.
NL
49