Handmatige neigingsfunctie tot 6° - verticaal
1.
X
Y
!
Als het maximale neigingsbereik van 6° bereikt is, blijft de laser staan, knippert en genereert een
signaal. Verminder dan de neigingshoek.
Handmatige neigingsfunctie > 6°
Grotere neigingen kunnen met de optionele hoekplaat,
art.-nr. 080.75 worden aangelegd.
TIP: laat het apparaat eerst zelfstandig uitlijnen en zet de
hoekplaat op nul. Schakel vervolgens de Sensor-Automatic
uit – zie hiervoor ook: Handmatige neigingsfunctie tot 6°.
Neig het toestel vervolgens in de gewenste hoek.
!
Als het handsymbool op het LC-display verschijnt, is de Sensor-Automatic niet actief en kan niet
horizontaal of verticaal worden genivelleerd.
Lasermodi
Rotatie-Modus
Met behulp van de rotatietoets worden de toerentallen ingesteld:
0, 60, 120, 300, 600 o/min
Puntmodus
Druk - om naar de puntmodus over te schakelen - steeds weer op
de rotatietoets totdat de laser niet meer roteert. De laser kan met de
richtingtoetsen exact ten opzichte van het meetoppervlak gepositioneerd
worden.
Scanmodus
Met de scantoets kunt u een lichtintensief segment in 4 verschillende
breedten activeren en instellen. Positioneer het segment met behulp
van de richtingtoetsen.
Handontvanger-Modus
Werken met de optionele laserontvanger: Stel de rotatielaser in op het
maximale toerental en schakel de laserontvanger in. Zie hiervoor ook
de handleiding van de dienovereenkomstige laserontvanger.
2.
auto
man
3 sec
Quadrum DigiPlus
3.
4.
man
Y
5.
X
man
3 sec
31
NL