4
B
EDIENING
4.1
Elektrotherapie uitvoeren met de Vaco 200
1. Sluit de Vaco 200 en het elektrotherapietoestel op het
elektriciteitsnet aan.
2. Sluit met de aansluitkabel de ingangconnector A van de Vaco 200
op de uitgangconnector van het elektrotherapietoestel aan. Doe
indien nodig hetzelfde met kanaal B.
3. Zet de vacuümintensiteitregelaar op
4. Zet met de schakelaar op het achterpaneel de Vaco 200 en het
elektrotherapietoestel op aan. De LED's van de traditionele
uitgangen van de Vaco 200 gaan branden. De LED's geven aan
welk uitgangkanaal op het elektrotherapietoestel is aangesloten.
5. Selecteer het gewenste elektrotherapieprogramma.
6. Sluit de elektroden aan en stel ze af en plaats ze. Zie §4.2.1, §4.2.2,
§4.2.3en§4.2.4.
7. Draai aan de intensiteitknop A of B van het ET-toestel om de
elektrotherapie te starten en om de gewenste intensiteit in te
stellen.
8. Controleer de reactie van de patiënt. Herhaal deze controle
regelmatig tijdens de behandeling.
9. Het elektrotherapietoestel stopt de behandeling en geeft aan dat de
behandeling is voltooid.
10. Zet bij gebruik van vacuüm de vacuümintensiteitregelaar op
Voor de veiligheid stopt het vacuüm automatisch twee minuten
nadat de behandeling is gestopt, waarbij de LED's van de
vacuümkanalen knipperen. Zet de vacuümintensiteitregelaar op
om een nieuwe behandeling te kunnen selecteren.
11. Verwijder daarna de elektroden. Plaats indien nodig een vinger
onder de rand van de vacuümelektrode om lucht toe te laten.
Vaco 200
positie.
39
.