Bedienung für Starterkabel
Würth – Startkabels 12 V en 24 V
Bedieningshandleiding
Overzicht Würth startkabelassortiment:
Art.-nr. .
0772 025 350
0772 035 450
0772 035 521
0772 035 520
Toepassing:
1. Handrem optrekken en versnellingspook op neutraal resp. stand „P" zetten;
De ontsteking van de voertuigen voor het aankoppelen van de startkabels uitschakelen.
2. De kabels van de startkabels zo leggen, dat deze niet door draaiende delen van de motor
kunnen worden gegrepen.
3. Rode kabel (+) eerst aan de pluspool van de ontladen batterij en dan aan de pluspool
van de stroomgevende batterij aansluiten.
4. Zwarte kabel (-) eerst aan de minpool van de stroomgevende batterij en dan aan de
voertuigmassa van het te depanneren voertuig aansluiten, bijv. aan de massakabel of
op een blanke plaats op het motorblok. Zover mogelijk verwijderd van de batterij aansluiten,
om het ontsteken van eventueel ontwikkeld knalgas te verhinderen.
5. Motor van het stroomgevend voertuig op een gemiddeld toerental brengen.
Nu het te depanneren voertuig starten.
6. Na het startproces (niet langer dan 15 sec), moet er een wachttijd van minimum
1 minuut ingelegd worden.
7. De startkabels dienen bij lopende motor in omgekeerde volgorde weer te worden afgenomen.
8. Na het succesvolle starten van de motor van het te depanneren voertuig 2-3 minuten wachten,
tot de motor normaal loopt.
Veiligheidsinstructies:
• Nominale spanning van beide batterijen dient dezelfde te zijn en de capaciteit (AH) van de
stroomgevende batterij mag niet aanzienlijk onder de capaciteit van de ontladen batterij liggen.
• De cilinderinhoud van de betrokken voertuigen dient binnen de volgende grenzen te liggen.
• Reeds vanaf -10°C kan een ontladen batterij bevriezen. Deze dient voor het aansluiten van de
startkabels absoluut ontdooid te worden.
• Contact tussen beide voertuigen vermijden, omdat er anders tijdens de verbinding van de
pluspolen stroom zou kunnen vloeien.
• Van ontstekingsbronnen verwijderd houden (explosiegevaar)!
• Niet over de batterij buigen (gevaar voor invreten)!
• Ontladen startbatterij bij of voor de starthulp niet van het bijbehorende boordnet scheiden!
• De rode kabel (+) mag niet met elektrisch geleidende delen van het voertuig in contact komen
en de kabelklemmen mogen elkaar niet raken omdat anders gevaar voor kortsluiting bestaat!
Veiligheid door veiligheidsschakeling tegen overspanning:
• Vermindert drastisch het risico van een batterijexplosie.
• Beperkt gevaarlijke spanningspieken op volslagen onbedenkelijke voltwaarden.
• Reduceert de vonkvorming aanzienlijk.
• Beschermt het complete elektronisch systeem van het voertuig.
21.04.2006
Kenmerk
Kabel
Doorsnede
Lengte
Volledig geïsoleerde
25 mm²
3,5 m
kunststoftangen 350 A
Volledig geïsoleerde
staalplaattangen met 2 inlays van
35 mm²
4,5 m
gietijzer 600 A
Volledig geïsoleerde
staalplaattangen met 2 inlays van
35 mm²
4,5 m
gietijzer 600 A
Volledig geïsoleerde hoektangen
50 mm²
5,0 m
van gietijzer 1000 A
11:08 Uhr
Seite 9
Met t overspan-
Tangen
ningbeveiliging
X
X
X
Ge-wicht
Geschikt t voor
Benzinemotor tot max. 5500 cm³
2,7 kg
Dieselmotor tot max. 3000 cm³
Benzinemotor tot max. 7000 cm³
4,7 kg
Dieselmotor tot max. 4000 cm³
Benzinemotor tot max. 7000 cm³
5,0 kg
Dieselmotor tot max. 4000 cm³
alle vrachtwagens diesel
7,0 kg
alle vrachtwagens benzine