2. Koppel de slangen aan de momentsleutel zoals
getoond in Afbeelding 4. De Enerpac momentsleutels,
momentsleutelpompen en Enerpac 800 serie slangen
zijn zodanig op elkaar afgesteld dat verwisseling van
de olieaansluitingen niet mogelijk is.
5.0 WERKING
Indien mogelijk dient één enkele gebruiker zowel de
momentsleutel als de pomp te bedienen. Dit kan
onverwachte activering van de pomp voorkomen als de
bediener bezig is de momentsleutel op te stellen.
1. Controleer alle fittingen en aansluitingen om er zeker
van te zijn dat ze vast zijn aangedraaid en lekvrij zijn.
2. Controleer de olie in het pompreservoir. Het olieniveau
moet 2,5 cm
onder de ontluchtings-/vuldopopening
moeten liggen. (Zie 6.1 „Olie aan de pomp
toevoegen".)
3. Ontlucht het reservoir door de onluchtings-/vuldop
vanaf de volledige gesloten stand 1 tot 2 slagen
linksom te draaien.
LET OP: De pomp bedienen met onvoldoende olie
aanwezig beschadigt de pomp. Vul alleen olie bij als
alle hydraulische gereedschappen ingetrokken zijn
om te voorkomen dat het systeem meer olie bevat dan het
pompreservoir aankan.
LET OP: Het reservoir moet ontlucht worden elke keer
als de pomp draait. Indien dit niet wordt gedaan kan er
in het reservoir een vacuüm ontstaan wat de
oliestroming door de pomp belemmert.
4. Let er op dat de pompschakelaar op „UIT" staat. (Zie
Afb. 5.)
5. Steek de stekker in het stopcontact. Gebruik de juiste
stroombron. (Zie „3.0 Voor specificaties".)
Houd electrische kabels kort om stroomverlies te
voorkomen. De pompmotor kan bij een lager voltage
werken, maar dan verminderen de motorsnelheid en
de oliestroming.
LET OP: Gebruik de pomp niet bij minder dan 95 volt
(of 190 volt bij 220 volt motoren). Bij lagere voltages
functioneert de pomp slecht waardoor de motor kan
beschadigen.
Pompmodel
• PME 10022
• PME 10027
Pompmodel
• PME 10422
• PME 10427
6. Druk op „I" op de pompschakelaar om de spanning in
te schakelen. Op „I" drukken activeert het elektrisch
circuit maar zet de pompmotor niet aan. De pompmotor
wordt geactiveerd door de schakelaar op het paneel.
5.1 Werking met het paneel
WAARSCHUWING: Nooit onder drukstaande slangen,
koppelingen en/of gereedschappen koppelen of
loskoppelen ter voorkoming van persoonljik letsel en
olielekkage.
WAARSCHUWING:
garanderen dient te worden voorkomen dat de
slangen geknikt zijn of te sterk dubbelopgebogen zijn.
Als een slang knikt of op een andere wijze beschadigd raakt
MOET deze worden vervangen. Onder hoge druk kunnen
beschadigde slangen scheuren wat tot persoonlijk letsel kan
leiden.
De afstandsbediening wordt standaard geleverd met de
enkelwerkende pompen (PME10022 en PME10027)
hebben een tijdelijke drukknop voor „Vooruit". De plunjer
van de momentsleutel „Trekt in" nadat de knop „Vooruit"
wordt losgelaten.
De afstandsbediening wordt standaard geleverd met de
PME10022 en 10027
Tijdelijk "VOORUIT"
(kan gebruikt worden in
plaats van het paneel)
Afbeelding 5 - Schakelaarstanden van de pomp
Enkelwerkende
momentsleutel
Dubbelwerkende
momentsleutel
Afbeelding 4 – Aansluitschema
38
38
Om
de
PME10422 en 10427
"AAN"
(Activeert alleen het
elektrisch circuit)
"UIT"
Tijdelijk "VOORUIT"
(kan gebruikt
worden in plaats
van het paneel)
Tijdelijk "INTREKKEN"
(kan in plaats van het
paneel gebruikt worden)
Vooruit
Vooruit
Intrekken
juiste
werking
te
"AAN"
(Activeert alleen het
elektrisch circuit)
"UIT"
"AAN"
(Activeert alleen het
elektrisch circuit)