nl
1.1
Veilig gebruik conform de IEC-/VDE-bepalingen
Operatie-omgeving
Levensgevaar door elektrische schok!
►
Product niet openen.
GEVAAR
►
Sluit dit product uitsluitend aan op een voe-
dingsnet met randaarde.
Gevaar voor verwonding door de ontbranding of
ontploffing van brandbare gassen! Bij het conforme
gebruik van de HF-generator kunnen vonken ont-
WAARSCHUWING
staan.
►
Gebruik dit apparaat niet in een explosiegevaar-
lijke ruimte.
►
Bij operaties aan het hoofd en de thorax moet
het gebruik van ontvlambare anesthetica en ver-
brandingsbevorderende gassen (b.v. lachgas,
zuurstof) vermeden worden of moet er een
afzuiging voor deze stoffen voorzien worden.
►
Gebruik indien mogelijk onbrandbare stoffen
voor reiniging en desinfectie.
►
Wanneer brandbare reinigings-, desinfectie- en
oplosmiddelen worden gebruikt: vergewis u
ervan dat deze stoffen verdampt zijn, voordat
met de HF-chirurgie wordt begonnen.
►
Zorg ervoor dat er zich geen brandbare vloei-
stoffen onder de patiënt of in lichaamsholten
(b.v. vagina) verzamelen. Veeg alle vloeistoffen
weg voor u de HF-generator gebruikt.
►
Let erop dat er geen endogene gassen aanwezig
zijn, die kunnen ontvlammen.
►
Zorg ervoor dat alle met zuurstof doordrenkte
materialen (b.v. watten, afval) ver genoeg van
de HF-omgeving verwijderd worden, zodat ze
niet kunnen ontbranden.
Gevaar voor beschadiging van andere apparaten!
Bij het conforme gebruik van de HF-generator ont-
VOORZICHTIG
staan er elektromagnetische stoorvelden.
►
Zorg ervoor dat er geen elektronische apparaten
in de omgeving van de HF-generator opgesteld
worden, die gevoelig zijn voor elektromagneti-
sche interferentie.
Belemmering van het zicht en/of bijwerkingen door
de ontwikkeling van rook en/of damp bij HF-chirur-
gie!
VOORZICHTIG
►
Gebruik indien nodig rookafzuiging.
►
Zorg ervoor dat het apparaat niet in rechtstreeks contact met de
patiënt komt, respectievelijk in de steriele zone terecht komt.
►
Zorg ervoor dat de gebruiker niet tegelijkertijd in rechtstreeks contact
met de patiënt en met de HF-generator komt.
100
Veiligheid voor de patiënt
Levensgevaar door slechte voorbereiding van of
defecten aan de HF-generator!
►
Controleer of de HF-generator correct werkt.
GEVAAR
►
Controleer of er geen geleidende vloeistoffen
(b.v. bloed, vruchtwater) in het voetpedaal of de
handschakelaar binnengedrongen zijn.
►
Vergewis u ervan dat in de kabel van het voet-
pedaal of van de handschakelaar geen kortslui-
ting optreedt.
Verbrandingsgevaar voor de patiënt door onopzet-
telijke activering van de HF-generator!
►
Schakel de HF-generator na onbedoeld inscha-
GEVAAR
kelen onmiddellijk uit met de schakelaar voeding
AAN/UIT.
►
Wees steeds zeer aandachtig wanneer u het
voetpedaal of de handschakelaar bedient.
Bij storing van de HF-generator bestaat gevaar voor
verwonding van de patiënt door ongewilde stijging
van het HF-uitgangsvermogen!
GEVAAR
►
Gebruik het apparaat niet meer wanneer u enige
onregelmatigheid vaststelt.
Gevaar voor verwonding van de patiënt/gebruiker
door een defecte voedingskabel/ontbreken van
randaardekabel!
WAARSCHUWING
►
Controleer de verbindingen van de voedingska-
bel/randaarde.
Gevaar voor verwonding door spiercontractie ver-
oorzaakt door stimulatie van de zenuwen en spie-
ren!
WAARSCHUWING
►
Wees altijd bijzonder aandachtig wanneer u met
gevoelige structuren werkt.
Let altijd op het volgende:
►
Leg de patiënt zo dat hij geen metalen delen aanraakt, die geaard zijn
of een aanzienlijke capaciteit ten opzichte van de aarde hebben (b.v.
operatietafel, houders). Leg er indien nodig antistatische doeken tus-
sen.
►
Zorg ervoor dat de patiënt geen vochtige doeken of textiel aanraakt.
►
Bescherm de zones met een sterke zweetsecretie en huid-op-huid-con-
tact aan het lichaam door er antistatische doeken tussen te leggen.
►
Plaats een katheter om urine af te leiden.
►
Zorg bij hartoperaties voor een aarding van de HF-generator via een
potentiaalvereffeningsaansluiting.
►
Raadpleeg voor de toepassing van hoogfrequent-chirurgie bij patiënten
met een pacemaker of andere actieve implantaten de betreffende spe-
cialist, om onherstelbare schade of storingen van de pacemaker of het
implantaat te vermijden.
►
Breng de elektroden van fysiologische bewakingsapparatuur zonder
veiligheidsweerstanden of HF-smoorspoel zo ver mogelijk van de HF-
elektroden aan.