Aansluiting
Breng de aansluiting tot stand volgens de afbeelding.
Opgelet:
•
Plaats het verwijderbare bedieningselement pas na de
aansluiting van de kabels.
•
Gebruik luidsprekers met een impedantie van 4 Ohm.
•
De luidsprekerkabel moet vrij van massa zijn.
•
Het via de cinch-uitgangen aangesloten signaal wordt alleen
weergegeven via de Rear-luidsprekers.
Belangrijke aanvullende informatie
voor de montage van uw autoradio!
1. Verwijder vóór de montage a.u.b. de schroeven (h) van
de transportbeveiliging omdat in het andere geval de
CD niet kan worden geladen.
16
05-AR 736 CD_MP3_NEU 16
2. Het apparaat is geconcipieerd voor de minpool van de
accu die aan de carrosserie van het voertuig dient te zijn
aangesloten. U dient dit vóór de installatie te controleren.
3. Let bij de montage/aansluiting van uw apparaat op dat niet
iedere auto over een originele „ISO-aansluiting" beschikt. In
dat geval adviseren wij het gebruik van een auto specifi eke
ISO-adapter.
Adapters zijn verkrijgbaar in een zaak voor autotoebehoren
en/of bij uw garage.
4. Bij de toewijzing van de Tijdsduur +" (Permanente stroo-
maansluiting) kunnen echter al naargelang het voertuigtype
afwijkingen optreden. (Dit is echter noodzakelijk voor de
opslag van de zenderstations).
Om alle functies te kunnen waarborgen dient de montage
absoluut volgens deze handleiding te geschieden. Neem in
geval van twijfel contact op met een geautoriseerde garage.
5. De maximale hellingshoek bij de montage van uw autoradio
mag niet meer dan 20° bedragen omdat bij een grotere
montagehoek de functie van uw autoradio (CD-speler) niet
meer gewaarborgd is.
6. Al naargelang het voertuigtype kunnen in uitzonderingsge-
vallen stoorgeluiden in de radio/CD-modus optreden. Deze
kunnen worden verholpen met een extra ontstoorfi lter. Uw
apparaat is standaard reeds uitgerust met een ontstoorfi lter.
Desondanks kunnen er afhankelijk van het voertuigtype
storingen optreden.
Ontstoorfi lters zijn verkrijgbaar kunt in een zaak voor autoto-
ebehoren en/of bij uw
garage.
7. Let bij de montage van uw autoradio op dat de achterzijde
van de radio over genoeg vrije ruimte beschikt, zodat
voldoende ventilatie gewaarborgd is.
8. Voor de antenne bestaan twee verschillende normaans-
luitingen. De oude (50 Ohm) met lang, uitstekend rond
contact aan de auto en een ronde bus aan de radio en de
ISO-genormeerde antennesteker (150 Ohm). Adapters voor
beide formaten zijn verkrijgbaar en/of bij uw garage.
Bij VW/Audi dient absoluut in acht te worden genomen:
de actieve antenne vereist spanning op de afscherming
van de coaxiale antennekabel, zonder deze spanning is de
ontvangst onvoldoende. Een antenneadapter met fantoom-
voeding lost dit probleem op.
Bedieningsinstructies
1. Wanneer het voorste bedieningselement tijdens de radio- en
CD-modus wordt verwijderd, wordt het apparaat automa-
tisch uitgeschakeld.
2. Wanneer het extreem heet in het voertuig is, bijv. nadat de
auto gedurende een langere tijd in de zon geparkeerd stond,
dient u de CD-speler pas in te schakelen nadat het na een
korte rijduur een beetje is afgekoeld.
3. Gebruik steeds de voorhanden beschermhoes om het
afneembare bedieningselement veilig te bewaren.
4. De weergave van een door de gebruiker gemaakte CD kan
op grond van de vele beschikbare programma's en CD-
media niet worden gegarandeerd.
18.09.2006, 11:00:34 Uhr