NL
VAC 20
7.2
Eerste inbedrijfstelling.
7.2.1
De draairichting controleren
Bij de eerste inbedrijfstelling dient u de draairichting te controleren door het volgende te
doen:
1.
start de unit.
2.
Vergelijk de draairichting van de motor met de pijl op de motor.
•
Indien de richting van de motor en de pijl hetzelfde zijn, mag u de startprocedure
laten doorgaan.
•
Indien de richting van de motor verschilt van de richting van de pijl dient u de richting
van de motor te wijzigen door het volgende te doen:
7.2.2
Controleren van de Y/D-tijdinstelling
LET OP! De Y/D-tijdinstelling werd vooraf ingesteld in de fabriek en hoeft normaal
gesproken niet aangepast te worden.
Wanneer u overschakelt op de D-modus voordat de motor de topsnelheid bereikt heeft kan
dit de start- en regeleenheid beschadigen. Dit geldt in het bijzonder wanneer automatisch
starten en stoppen geïnstalleerd is. Te lang in de Y-modus resulteert in een overbodige
vertraging voordat de unit volledig vacuüm levert.
U dient de Y/D-tijdinstelling te controleren bij de eerste inbedrijfstelling door het volgende
te doen:
•
Controleer of het motorgeluid constant en schel is, wat wijst op volledig motoreffect,
voordat de motor overschakelt op D-modus.
7.2.3
Eerste ingebruikstelling met kabel controlelampsignaal
Voor units met kabel controlelampsignaal dient u ook het volgende te controleren bij de
eerste inbedrijfstelling:
•
De unit start uitsluitend direct wanneer zich een van de volgende zaken voordoet:
•
De unit sluit af wanneer de tijd die werd ingesteld op de timerrelais verstreken is
nadat de klep gesloten is (maximaal 30 minuten).
7.2.4
Afstellen van de antipiekcontrole door de PLC
Volg de stappen in de installatie- en onderhoudshandleiding van het HV-bedieningspaneel
standaard hoofdstuk "ASC en LCC" voor het configureren van de ASC-functie.
Normaliter wordt alleen de actuele instelpunt-parameter ingesteld. Open het display (371-
SETTINGS ASC) om bij de parameters te komen.
Testen van de instellingen voor de antipiekcontrole
Kijk naar de demperrotatie op de klephoekindicator aan de voorkant van de dempermotor.
Kijk op het display (371- SETTINGS ASC) parameter "Act.Motor 1 xx A" naar de respons van
de motorstroom wanneer de luchtstroom wordt beperkt of gebruik het trenddiagram om
de respons van de motorstroom te zien.
206
1)
stop de unit.
2)
Koppel de stroom los.
3)
Open de start- en regeleenheid
4)
Schakel twee van de binnenkomende fasegeleiders.
–
Er werd een klep geopend op een werklocatie, waardoor de microschakelaar sluit.
–
De test startknop wordt ingedrukt op de start- en regeleenheid (indien beschikbaar).