BUITENGEBRUIKSTELLING VAN DE MACHINE
Na buitengebruikstelling van de machine kan de machine worden afgevoerd met het normale bedrijfsafval.
De verpakking bestaat uit milieuvriendelijke materialen die u via de plaatselijke recyclingdiensten
kunt afvoeren.
Uw gemeentelijke milieudienst kan u informatie geven over de afvalverwijdering van uitgediende
apparaten.
Storing
Mogelijke oorzaak
De motor functioneert niet. Motor, kabel of stekker defect, zekeringen
doorgebrand.
De motor draait
Spanning te laag, wikkelingen beschadigd of
langzaam en bereikt het
condensator doorgebrand.
bedrijfstoerental niet.
De motor maakt te veel
Wikkelingen beschadigd, motor defect.
lawaai.
De motor bereikt het
Groep van stroomnet overbelast (lampen, andere
maximale vermogen niet.
motoren enz.).
Motor raakt snel
Overbelasting van de motor, ontoereikende
oververhit.
koeling van de motor.
Verminderde prestaties bij
Zaagblad te klein (te vaak geslepen).
het zagen.
Zaagsnede is ruw of
Zaagblad bot, tandvorm niet geschikt voor
gegolfd.
materiaaldikte.
Werkstuk breekt uit of
Zaagdruk te hoog of zaagblad niet geschikt voor
versplintert.
toepassing.
Afvoer
Verhelpen van storingen
Oplossing
Laat de machine door een vakman controleren.
Repareer de motor nooit zelf. Gevaar! Controleer de
zekeringen en vervang ze zo nodig.
Laat de spanning controleren door de
energiemaatschappij. Laat de motor controleren door
een vakman. Laat de condensator vervangen door een
vakman.
Laat de motor controleren door een vakman.
Gebruik geen andere apparaten of motoren op de
groep.
Voorkom overbelasting van de motor tijdens het zagen,
verwijder stof van de motor om een optimale koeling
van de motor te garanderen.
Eindaanslag van de zaageenheid opnieuw instellen.
Zaagblad slijpen of een geschikt zaagblad plaatsen.
Plaats een geschikt zaagblad.
NL/BE
43