6. Zo voert u een sessie uit
Breng de O² Patch enkel aan op sti-
muleringspunten op de huid, die in dit
hoofdstuk worden beschreven. Gebruik
het apparaat
► niet op de oogleden. De stroom-
prikkels kunnen de ogen beschadi-
gen.
► niet op het strottenhoofd of de
keelholte. De stroomprikkels kun-
nen leiden tot spierverkramping
met verstikking tot gevolg.
► niet zo, dat de stroom zich recht-
streeks door het hart voortplant
(bijv. in de onmiddellijke omgeving
van het hart). De stroomprikkels
kunnen leiden tot hartkamerfibril-
latie en in het ergste geval tot hart-
stilstand.
► niet zo, dat de stroom zich recht-
streeks door de hersenen voort-
plant (bijv. aan de slapen). De
stroomprikkels kunnen stuipaan-
vallen veroorzaken.
6.1 Op welke stimuleringspunten mag u uw
O² Patch gebruiken?
Houd bij uw sessies een minimum afstand
aan van 1 m tot microgolf-en korte-golf-
apparatuur. Elektromagnetische wissel-
werkingen kunnen de werking van de O²
Patch nadelig beïnvloeden.
78
In de eerste fase
stimuleert u de nek
(zone 1). Plaats de
O² Patch zo hoog
mogelijk aan de
haargrens.
6.2 Hoe lang en hoe vaak mag u uw O²
Patch gebruiken?
U mag de aangegeven gebruiksduur en
gebruiksfrequentie niet overschrijden.
De werking wordt daardoor niet ver-
sterkt.
In de tweede fase
stimuleert u
nek (zone 1)
en bovenbuik (zone 2)
79