7) Plaats het oculair (13) in het hoekprisma (16). Dit moet ook worden bijgeregeld met de
kleine bevestigingsschroef (zie Fig. 6).
8) Als u het prismatische oculairhulpstuk wil gebruiken met factor 1.5x of 3x Barlow-lens,
plaats dit dan tussen het oculair (13) en de focusseerbuis (17) (zie Fig. 7).
9) Als uw telescoop is voorzien van een maanfilter, kunt u de filter op de draad van het
oculair eronder schroeven, alvorens het oculair in de focusseerbuis te plaatsen.
DE INSTELCIRKELS GEBRUIKEN OM STERREN TE LOKALISEREN
Aangezien deze equatoriale telescoop is ontworpen om in elke richting te draaien, kan ze
worden ingesteld om de schijnbare bewegingen van hemellichamen te volgen langs de
hemel. De hemellichamen bewegen zich in de tegenovergestelde van de rotatie van de
aarde en rond de aardas of hemelas (Fig. 8). Door gewoon de poolas van de telescoop (21)
op de hemelnoordpool te richten, zult u automatisch de telescoop parallel plaatsen met de
aardas en dus sterren aan de hemel kunnen lokaliseren op basis van de informatie uit ster-
renkaarten en -atlassen. Om het eenvoudig te zeggen: u richt de telescoop op het midden
van de hemelsfeer op dat punt in de lucht dat niet lijkt te bewegen (zoals de naaf van een
wiel). De declinatiehoek is gewoon 900 min de hoek weg van deze naaf. De hemelnoord-
pool is 90°. Als u zich op de noordpool zou bevinden, zou u de telescoop recht naar omhoog
moeten richten naar de hemelnoordpool.
Om uw positie op de ronde aarde te compenseren, wordt de poolas (21) ingesteld op een
van twee eenvoudige manieren (zie Fig. 8).
1) Stel de telescoop 's nachts op. Draai de hendel voor de declinatieas (24) (Fig. 9) los en
draai aan de telescoop tot de pijl 90° aanwijst op de declinatieschaal (25). Draai de
hendel weer vast. De telescoop staat nu parallel met de poolas.
2) Draai de horizontale hendel (22) (Fig. 9) los en draai de telescoop tot het OPEN uiteinde
naar het noorden wijst. Dit is mogelijk door een benaderende waarneming van de pools-
ter (Polaris) of door een kompas te gebruiken om het magnetische noorden te vinden.
Het echte noorden wordt dan gevonden door de telescoop op de Poolster te richten,
aangezien het magnetische noorden lichtjes verschilt van het echte noorden.
3) Zoek de breedtegraad van uw streek op in een geografische atlas. Draai de poolas-
hendel (20) los en stel de breedtegraadschaal (Fig. 9) in op de correcte breedtegraad
voor uw streek. Richt de zoeker op de Poolster (23) (Fig. 9). U zal waarschijnlijk mer-
ken dat Polaris (de Poolster) niet in het midden van het dradenkruis staat. Dit is waars-
chijnlijk te wijten aan het feit dat uw telescoop niet op een effen ondergrond staat.
Draai de horizontale ashendel opnieuw los (22) en draai aan de telescoop zodat die op
de Poolster gericht is. Draai beide hendels stevig vast. Polaris vindt u 1° naast de
hemelnoordpool. Daarom zal de waarneming van sterren lichtjes moeten worden aan-
gepast wanneer u ze lokaliseert aan de hemel.
(enkel 90060 en 900114)
41