Waarschuwing:
•
Installeer het apparaat op een plaats die sterk genoeg is om het gewicht
van het apparaat te dragen.
Onvoldoende draagkracht kan ertoe leiden dat het apparaat naar bene-
den valt, hetgeen persoonlijk letsel kan veroorzaken.
•
Installeer het apparaat zo dat het tegen harde wind en aardbevingen be-
schermd wordt.
Onvolkomenheden bij de installatie kunnen ertoe leiden dat het apparaat
naar beneden valt, hetgeen persoonlijk letsel kan veroorzaken.
Bij het aanleggen van de fundering dient u volledige aandacht te besteden aan de
draagkracht van de vloer, de afvoer van afvoerwater (afvoerwater stroomt uit het
apparaat bij gebruik), en de paden voor pijpen en bedrading.
7. Installatie van de koelstofpijpen
Voor het binnenapparaat en de vloeistofpijpen van het buitenapparaat moeten
flensverbindingen worden gebruikt. Voor de gaspijpen van het buitenapparaat
moeten optrompverbindingen worden gebruikt. De verbindingen van de aftakkings-
pijpen moeten worden gesoldeerd.
Waarschuwing:
Wees altijd uiterst voorzichtig om te voorkomen dat er koelstofgas (R407C)
lekt terwijl er vuur of vlammen gebruikt worden. Wanneer het koelstofgas
met een vlam van welke bron dan ook, zoals een gasfornuis, in contact komt,
dan ontbindt het en ontstaat er een giftig gas, hetgeen gasvergiftiging kan
veroorzaken. Soldeer of las nooit in een ongeventileerde en/of gesloten ruimte.
Controleer altijd, na de voltooiing van de installatie van de koelstofpijpen, of
er gas lekt.
7.1. Voorzichtig
1 Gebruik de volgende materialen voor de koelstofpijpen:
•
Materiaal: Gebruik fosforhoudende, zuurstofarme, koperen koelstofpijpen.
Zorg ervoor dat de binnen- en buitenoppervlakken van de pijpen schoon
zijn en vrij zijn van gevaarlijk zwavel, oxiden, stof/vuil, metaaldeeltjes, olie-
resten, vocht of andere verontreinigingen.
2 In de winkel verkrijgbare pijpen bevatten vaak stof en andere materialen. Blaas
ze altijd schoon met een droog inert gas.
3 Wees voorzichtig om te voorkomen dat stof, water of andere vervuilende stof-
fen in de pijpen terecht komen tijdens de installatie.
4 Beperk het aantal gebogen delen zoveel mogelijk en gebruik altijd een zo groot
mogelijke straal wanneer u de pijpen buigt.
5 Houd altijd rekening met de beperkingen van de koelstofpijpen (zoals nomi-
nale lengte, het verschil tussen hoge/lage druk, en diameter van de pijpen).
Als u dit niet doet, kan dit storingen van de apparaten of een afname in
verwarmings-/koelingsprestaties veroorzaken.
6 Gebruik een van de volgende (afzonderlijk verkochte) aftakkingspijpsets voor
het aftakkingsstuk.
Type aftakkingsstuk (multiverdeler)
Type buitenapparaat Tweevoudig
33 : 33 : 33 25 : 25 : 50 20 : 40 : 40
50 : 50
SDD-
SDT-
PUH-P200, 250
50WSA-E
111SA-E
7 Als de diameter van de aftakkingspijpen afwijkt van die van de koelstofpijpen,
snij dan het verbindingsstuk af met een pijpsnijder en gebruik een verloopstuk
om het verschil te overbruggen.
8 Gebruik vloeibare koelstof om het systeem af te dichten.
9 Gebruik nooit koelstof om het apparaat te ontluchten. Gebruik hiervoor altijd
een vacuümpomp.
0 Isoleer de pijpen altijd goed. Onvoldoende isolatie leidt tot een afname in
verwarmings- /koelingsprestaties, waterdruppels door condensatie en andere
problemen van die aard.
A Wanneer u de koelstofpijpen aansluit, moet u er op letten dat de afsluiter van
het buitenapparaat volledig dicht is (fabrieksinstelling). Stel het buitenapparaat
niet in werking voordat de koelstofpijpen van het buitenapparaat en de binnen-
apparaten op elkaar zijn aangesloten, een test op koelvloeistoflekkage ge-
daan is en het ontluchtingsproces is afgerond.
B Gebruik altijd niet-oxiderend hardsoldeermateriaal voor het hardsolderen van
onderdelen. Wanneer nagelaten wordt niet-oxiderend hardsoldeermateriaal te
gebruiken, kan dit verstoppingen of schade aan de compressor veroorzaken.
C Sluit nooit pijpen aan op het buitenapparaat terwijl het regent.
56
Drievoudig
Viervoudig
25 : 25 : 25 : 25
SDT-
SDT-
SDT-
112SA-E
122SA-E
1111SA-E
Voorzorgsmaatregelen bij aansluiting aan de onderkant
Wanneer de pijpen en de bedrading aan de onderkant worden aangesloten, dient
u ervoor te zorgen dat de fundering en de bevestiging aan de onderkant de ope-
ningen in de behuizing aan de onderkant niet blokkeren. Wanneer de pijpen aan
de onderkant worden aangesloten, dient u een fundering van 100 mm of hoger
aan te leggen zodat de pijpen door de onderkant van het apparaat geleid kunnen
worden.
[Fig. 6.1.2] (P.2)
A Opening voor pijpen aan de onderkant
B (gat voor bout)
6.2. Aansluitrichting voor koelstofpijpen
[Fig. 6.2.1] (P.2)
Waarschuwing:
Wanneer u de airconditioner op een andere plaats installeert, dient u deze
alleen te vullen met die koelstof welke vermeld staat op het apparaat.
- Indien een andere koelstof wordt gebruikt of indien er lucht wordt gemengd met
de oorspronkelijke koelstof, kan er een storing optreden in de koelcyclus en kan
het apparaat beschadigd raken.
Voorzichtig:
•
Gebruik een vacuümpomp met een terugslagklep.
- Als de vacuümpomp niet is uitgerust met een terugslagklep, kan de vacuüm-
pompolie terugstromen in het koelstofcircuit en verslechtering van de koel-
machine-olie en andere problemen veroorzaken.
•
Maak geen gebruik van het volgende gereedschap, dat wordt gebruikt bij
gangbare koelstoffen.
(Gasverdeelventiel, vulslang, gaslekdetector, keerklep voor terugstroming,
vulslang voor koelstof, vacuümmeter, apparatuur voor het terugwinnen
van koelstof)
- Indien de gangbare koelstof en koelmachine-olie woâten gemengd, kan de
koelmachine-olie verslechteren.
- Indien water wordt gemengd, kan de koelmachine-olie verslechteren.
- Aangezien de R407C geen chloor bevat, zullen gaslekdetectoren voor gang-
bare koelstoffen deze niet op deze koelstof reageren.
•
Beheer het gereedschap met meer zorg dan normaal.
- Indien er stof, vuil of water in de koelcyclus terecht komt, kan dit verslechte-
ring van de koelmachine-olie als gevolg hebben.
•
Maak nooit gebruik van bestaande koelstofpijpen.
- De conventionele koelstof en koelmachine-olie in de bestaande pijpen bevat
een grote hoeveelheid chloor die verslechtering van de nieuwe koelolie kan
veroorzaken.
•
Sla de te gebruiken pijpen binnen op en zorg ervoor dat beide uiteinden
van de pijpen afgesloten zijn, tot vlak voordat deze worden gesoldeerd.
- Indien er stof, vuil of water in de koelcyclus terecht komt, kan dit verslechte-
ring van de olie of een storing in de compressor als gevolg hebben.
•
U dient geen gebruik te maken van een vulcilinder.
- Door gebruik te maken van een vulcilinder kan de koelstof verslechteren.
•
Gebruik geen speciale reinigingsmiddelen voor het reinigen van de pij-
pen.
7.2. Het systeem van koelstofpijpen
Aansluitingsvoorbeeld
[Fig. 7.2.1] (P.2)
Å Buitenapparaat
ı Formaat gaspijp
Ç Formaat vloeistofpijp
Î Binnenapparaat
Voorzichtig:
•
In totaal 15 bochten, en binnen L+R R R R R
ten.
C (gat voor bout bij oude modellen)
(1) Enkelvoudig
• Verbinden met PEH-RP200, 250
• Verbinden met PEH-P400, 500
(2) Tweevoudig
(3) Drievoudig
(4) Viervoudig
L+R R R R R
L+R R R R R
en L+R R R R R
maximaal 8 boch-
a,
b,
c
d