PRAKTISCHE ADVIEZEN
Bereiding
1 Lees de gebruiksaanwijzing aandachtig door:
het bereiden van brood met dit apparaat is
niet hetzelfde als met de hand!
2 Alle gebruikte ingrediënten moeten op ka-
mertemperatuur zijn (tenzij anders aangege-
ven) en nauwkeurig gewogen worden. Meet
de vloeistoffen af met de meegeleverde
maatbeker. Gebruik het meegeleverde dub-
bele maatschepje voor het meten van
theelepels aan de ene kant en eetlepels
aan de andere kant. Een verkeerde meting
zal een slecht resultaat tot gevolg hebben.
3 Gebruik de ingrediënten vóór hun verbruiks-
datum en bewaar ze op een koele, droge
plaats.
4 Het is belangrijk de hoeveelheid meel zorg-
vuldig af te meten. Om die reden moet het
meel gewogen worden met een keukenweeg-
schaal. Gebruik gedroogde actieve bakkers-
gist uit een zakje. Gebruik geen bakpoeder
tenzij dit in het recept vermeld staat. Wan-
neer een zakje gist open is, dient dit binnen
48 uur gebruikt te worden.
5 Teneinde te zorgen dat het deeg goed kan rij-
zen, raden wij u aan alle ingrediënten direct
in de uitneembare binnenpan te doen en te
vermijden tijdens het gebruik het deksel te
openen. Houd u aan de volgorde van de in-
grediënten en de in het recept aangegeven
hoeveelheden. Eerst de vloeibare ingrediën-
ten, vervolgens de vaste. De gist mag niet
in contact komen met de vloeistoffen en
het zout.
Algemene in acht te nemen volgorde:
> Vloeistoffen
(boter, olie, eieren, water, melk)
> Zout
> Suiker
> Meel eerste helft
> Melkpoeder
> Speciale vaste ingrediënten
> Meel tweede helft
> Gist
Gebruik
• Het bereiden van brood is zeer gevoelig
voor temperatuur en vocht. Wanneer het
heel warm is, is het aan te raden koelere
vloeistoffen dan gebruikelijk te gebruiken. En
wanneer het koud is, kan het nodig zijn het
water of de melk iets op te warmen (echter
nooit warmer dan 35°C).
• Het is soms ook nuttig de toestand van het
deeg tijdens het kneden te controleren:
het moet een gelijkmatige bal vormen die
niet aan de wanden blijft plakken,
- als niet al het meel is opgenomen, moet
u wat meer water toevoegen,
- zo niet, dan moet u eventueel wat meel
toevoegen.
Corrigeer heel voorzichtig (maximaal 1 eetle-
pel per keer) en wacht even om het resultaat
te bekijken voordat u opnieuw wat toevoegt.
• Een veel voorkomende fout is te denken
dat door het toevoegen van gist het brood
beter zal rijzen. Te veel gist maakt de struc-
tuur van het deeg kwetsbaar, dit zal flink rij-
zen en tijdens het bakken inzakken. U kunt
de toestand van het deeg vlak voor het bak-
ken beoordelen door dit licht met uw vinger-
toppen aan te raken: het deeg moet lichte
weerstand bieden en de vingerafdruk moet
beetje bij beetje wegtrekken.
66