Hoofdstuk
5
Bladzijde
30
Voor het beladen van het apparaat moet de afpakhoogte aan het soort servies worden aangepast. De
instelling van de afpakhoogte volgt d.m.v. aan- resp. loshaken van trekveren. Indien steeds dezelfde soort
borden worden gebruikt hoeft deze instelling van de afpakhoogte slechts een keer te worden doorgevoerd.
De afpakhoogte moet zo zijn ingesteld, dat de bovenste serviesdelen over de volledige stapelhoogte op een
constante hoogte van 4 tot 6 cm over de behuizingbovenkant constant naar boven worden vervoerd.
Stap 1 - Controle van de veerinstelling
§
Voor het testen van de afpakhoogte een stapel met 15 tot 20 delen op de basiskorf plaatsen.
§
Reactie afwachten.
Ligt de afpakhoogte van de serviesstapel ca. 5 cm boven de apparatenbovenkant, dan is het verensysteem
juist ingesteld.
Zakt de serviesstapel iets of helemaal niet, dan moet de veerinstelling als volgt worden aangepast.
Stap 2 - Veranderen van de veerinstelling
De instelling van de afpakhoogte volgt d.m.v. het aan- of loshaken van trekveren aan de 2
bevestigingspunten. De veren zijn in groepen van 5 met telkens 1 tot 2 sterke basisveren (1) en 4 zwakkere
instelveren (2) ingedeeld.
Afbeelding 17
Is de afpakhoogte te hoog, moeten instelveren worden losgehaakt.
Is de afpakhoogte te laag, moeten instelveren worden ingehaakt.
Werkwijze bij het veranderen van de veerinstelling:
§
Geplaatste serviesdelen uit de bordenstapelaar verwijderen (voor zover aanwezig).
§
Instelveren gelijkmatig uit de veergroepen aan- resp. loshaken.
§
Bij voorkeur alleen de dunne instelveren loshaken. De basisveren indien mogelijk altijd vast laten. De
veren altijd aan de onderzijde losmaken.
Beide stappen moeten zó vaak worden herhaald, tot de afpakhoogte in het bereik van 4 tot 6 cm ligt. Indien
steeds hetzelfde soort servies wordt gebruikt dan hoeft deze instelling van de afpakhoogte slechts eenmalig
te worden doorgevoerd.
OPMERKING
OPMERKING
Bordenstapelaar
TE-2/V19-26, 27-33 | TE-2/VK19-26 | TEH-1/V19-26, 27-33 | TEH-2/V19-26, 27-33 | TEUH-1/VS19-26 | TEUH-2/VS19-26, 27-33 | TEUH-2/VC19-26
EBR/V19-26, 27-33 | EBRH/V19-26, 27-33 | EBRH-2/V19-26
Bevestigingpunt met trekveren
Indeling van de veren
Voor het probleemloos functioneren van de geleiding van de basiskorf is een
symmetrische indeling van de veren tussen de bevestigingspunten
noodzakelijk.
Binnen een bevestigingspunt is een iets asymmetrisch indeling van de veren
geen probleem.
Aantal veren
Omdat alle bordenstapelaars voorzien zijn van veren geschikt voor de
maximaal toegestane belading, zou het aantal veren voor iedere soort borden
voldoende moeten zijn.
Op grond van de sterke basisveren zijn ook de onverwarmde
bordenstapelaars niet geschikt voor kunststofdelen.
Bediening
Instelling van de bordenstapelaars
4330000_A6