Pagina 7
LYNX 07 24V
Installatiegids
Pos.
JP3
Molex-aansluiting encoder
F1
Zekering voedingscircuit 230/115Vac
F5
Zekering voedingscircuit motor
P1
Knop selectie parameter
P2
Knop instellen parameters
RESET
Resetknop
5.1. KLEMMENBORD CN1
5.1.1. v
(F
. 2)
oeding
ig
Klemmen "1 & 2". Op deze klemmen moeten de twee draden afkomstig van het voedingsnet van 230 Vac of 115 Vac worden
aangesloten. Het is beter de neutrale draad op klem "2" en de fase op klem "1" aan te sluiten.
5.1.2. A
(F
. 2)
Arding
ig
Klem " ". Sluit op deze klem de geel-groene kabel van de voedingslijn aan.
Deze aansluiting is absoluut noodzakelijk voor een correcte werking van de besturingseenheid.
5.2. KLEMMENBORD CN2
5.2.1. m
(F
. 3)
otor
ig
Klemmen "4 & 5". Uitgang 24 Vdc. Sluit op deze klemmen de voedingskabels van de motor aan. In de onderstaande tabel
wordt de aansluitvolgorde van de motorkabels weergegeven afhankelijk van het type installatie:
Installatie links (de boom daalt rechts van de aandrijving)
Installatie rechts (de boom daalt links van de aandrijving)
5.2.2. e
indschAkelAAr voor het openen
Klem " "6". Sluit op deze klem de draad van het N.C.-contact van de eindschakelaar voor het openen aan. Als dit contact
wordt geactiveerd, kan worden bepaald wanneer de boom open is. De status van deze ingang wordt gesignaleerd door
de led FCA.
5.2.3. g
emeenschAppelijk contAct eindschAkelAAr
Klem " "7". Sluit op deze klem de draden van het gemeenschappelijke contact van de twee eindschakelaars FCA en FCC aan. .
Op deze ingang mag uitsluitend het gemeenschappelijk contact van de twee eindschakelaars worden aangesloten.
Gebruik het niet als negatief contact voor andere accessoires.
5.2.4. e
indschAkelAAr voor het sluiten
Klem " "8". Sluit op deze klem de draad van het N.C.-contact van de eindschakelaar voor het sluiten aan. Als dit contact wordt
geactiveerd, kan worden bepaald wanneer de boom gesloten is. De status van deze ingang wordt gesignaleerd door de
led FCC.
De twee eindschakelaars FCC en FCA worden alleen gebruikt om de positie van de arm te bepalen.
Voor de werking van de besturingseenheid is het absoluut noodzakelijk dat beide eindschakelaars zijn aangesloten.
In de onderstaande tabel wordt de aansluitvolgorde van de kabels van de eindschakelaars weergegeven afhankelijk van
het type installatie:
Installatie links (de boom daalt rechts van de aandrijving)
Installatie rechts (de boom daalt links van de aandrijving)
5.3. KLEMMENBORD CN3
5.3.1. W
AArschuWingslAmp
Klemmen " "12 & 15". Uitgang 24 Vdc max. 15 W. Sluit op deze klemmen de voedingskabels van de twee lichtslangen aan (los verkocht)
die aan de zijkanten van de aandrijving worden aangebracht. De twee lichtslangen zullen doven wanneer de arm stilstaat, zowel bij
het openen als bij het sluiten, terwijl ze knipperen wanneer de arm in beweging is. Voor iedere manoeuvre knipperen de lichtslangen
gedurende 0,5 seconde (niet wijzigbaar) om aan te geven dat de boom gaat bewegen.
Als de functie "verzoek om assistentie" is geactiveerd (zie paragraaf 9), knipperen de lichtslangen na afloop van de sluitingsmanoeuvre
gedurende 5 seconden snel. Voor de werking van deze functie en om de cycli te resetten, zie paragraaf 9.1.
Beschrijving
5. AANSLUITINGEN EN WERKING
Type installatie
FcA (F
. 3)
ig
com (F
Fcc (F
. 3)
ig
Type installatie
(F
. 4)
ig
Pos.
OPEN
Signaalled ingang OPEN
CLOSE
Signaalled ingang CLOSE
DL6
Signaalled radio-ingang OPEN/CLOSE
DL7
Signaalled radio-ingang OPEN
LCD
Weergavedisplay
Klem 4
Blauw
Bruin
. 3)
ig
Klem 6
Bruin
Zwart
Beschrijving
Kleur kabels
Klem 5 5
Bruin
Blauw
Kleur kabels
Klem 7 7
Klem 8 8
Blauw
Zwart
Blauw
Bruin