4
KOELMIDDELLEIDINGEN
Aandraaien van de verbinding
Buitendiameter van
de koperen leiding
6.4 mm (diameter)
9.5 mm (diameter)
12.7 mm (diameter)
15.9 mm (diameter)
Houd de leidingen tegenover elkaar en draai de
flensmoer met de hand zo ver mogelijk aan.
Draai dan de moer met een sleutel en een
momentsleutel aan op de manier zoals is weergegeven
in de afbeelding.
Halve verbinding
Zijde met
buitendraad
Draai de verbinding
met een tang aan.
• Gebruik, zoals is weergegeven in de afbeelding, altijd
twee sleutels om de flensmoer van de afsluiter aan
gaszijde los of vast te draaien. Als u maar één sleutel
gebruikt zal het niet mogelijk zijn om de moer met het
voorgeschreven aandraaimoment vast te zetten.
Om de flensmoer van de afsluiter aan vloeistofzijde
los of vast te draaien gebruikt u echter maar één
sleutel.
Sleutel voor
vasthouden
Dop
Vastdraaien
Type SM80 afsluiter aan gaszijde
(eenheid: N•m)
Aantrekmoment
14 tot 18 (1.4 tot 1.8 kgf•m)
33 tot 42 (3.3 tot 4.2 kgf•m)
50 tot 62 (5.0 tot 6.2 kgf•m)
68 tot 82 (6.8 tot 8.2 kgf•m)
Tromp aan
binnenunitzijde
Tromp aan
buitenunitzijde
Flensmoer
Zijde met
binnendraad
Draai de verbinding met
een momentsleutel aan.
Flensmoer
Sleutel voor aandraaien
Losdraaien
AANDACHTSPUNT
1. Draai de dop nooit vast of los met een sleutel
Daardoor kan de afsluiter beschadigen.
2. Daardoor kan de moer scheuren, afhankelijk van
de omstandigheden.
• Controleer na de installatiewerkzaamheden alle
leidingenverbindingen met stikstof op lekkage.
• De druk bij gebruik van R410A wordt hoger dan bij
gebruik van R22 (ongeveer 1.6 x zo hoog).
Draai de getrompte leidingverbinding tussen de
binnenunit en de buitenunit daarom met een
momentsleutel aan met het voorgeschreven
aandraaimoment.
Door slechte verbindingen kan niet alleen een gaslek
ontstaan, maar ook de koelcapaciteit afnemen of de
compressor beschadigen.
Breng, bij het maken van de flensverbinding,
geen koelmachineolie aan op de tromp.
91
FOUT
Niet aandraaien met
slechts één sleutel