6.
AANWIJZINGEN VOOR DE INSTALLATEUR
Lees de in deze handleiding beschreven aanwijzingen aandachtig door, want ze verstrekken belangrijke info omtrent de veiligheid tijdens
installatie, gebruik en onderhoud.
•
De apparaten waaruit de kit is samengesteld mogen uitsluitend worden toegepast voor het gebruik waarvoor ze specifiek bestemd zijn. Elk
ander gebruik wordt als oneigenlijk beschouwd. De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor eventuele schade voortkomend uit
oneigenlijk en afwijkend gebruik.
•
Elk onderdeel werd ontworpen in overeenstemming met de wettelijk geldende voorschriften.
•
De installatie moet uitgevoerd worden in overeenstemming met de wettelijk geldende voorschriften. Alle apparaten waaruit de installatie is
samengesteld mogen uitsluitend gebruikt worden voor het doel waarvoor ze ontworpen zijn.
•
Controleer of de uitgepakte componenten in goede staat verkeren.
•
Houd het verpakkingsmateriaal (plastic zakken, schuimpolystyrol e.d.) buiten het bereik van kinderen om mogelijk gevaar te voorkomen.
•
Plaats ter beveiliging, stroomopwaarts van de apparaten, een geschikte scheidingsschakelaar, waarvan de openingscontacten zich op
minstens 3mm afstand bevinden.
•
Alvorens de voedingsapparaten aan te sluiten eerst controleren of de gegevens op het typeplaatje overeenkomen met die van het
distributienet.
•
Sluit de openingen of spleten voor ventilatie of warmteafvoer nooit af.
•
Zet de hoofdschakelaar van de installatie uit om de apparaten van de stroom los te koppelen alvorens schoonmaak- of
onderhoudswerkzaamheden te verrichten.
•
Maak niet schoon met sprayproducten.
•
Wanneer de producten waaruit de kit is samengesteld defect zijn of slecht werken, de hoofdschakelaar uitzetten en niet aan de installatie
sleutelen.
•
Eventuele reparaties uitsluitend laten uitvoeren bij een door de fabrikant erkend servicecentrum.
•
zorg voor goede ventilatie.
•
Maak voor de netvoedingskabel geen gebruik van verlengkabels.
•
Wanneer er vloeistof of voorwerpen in het apparaat binnendringen, het laten controleren en eventueel repareren door gekwalificeerd
personeel.
•
Maak voor reparatie uitsluitend gebruik van de originele onderdelen van de fabrikant.
•
De installateur moet controleren of de afgeleide apparaten over de gebruikersinformatie beschikken.
•
Indien dit niet het geval is kan het zijn dat de veiligheid van de installatie niet meer gegarandeerd is.
•
Deze handleiding moet het apparaat altijd vergezellen.
•
Een gelijkzijdige driehoek met bliksemschicht geeft aan dat er gevaarlijke spanning bestaat.
•
Maak de apparaten niet open mits het in deze handleiding vermeld wordt.
•
Een gelijkzijdige driehoek met een uitroepteken duidt op componenten die kritiek zijn voor de veiligheid; gebruik daarom uitsluitend originele
onderdelen van de fabrikant.
7.
INSTALLATIE VAN DE VIDEOFOON
Het apparaat is voorbereid voor installatie op inbouwdozen, met behulp van de openingen in de metalen beugel die overeenkomen met die op
de doos.
•
Metsel de doos op de aangegeven hoogte in de muur;
•
Bevestig de beugel op de ingebouwde doos;
•
Voer de aansluitingen uit;
•
Bevestig de videofoon aan de beugel.
B3
Installatie op doos 503
(*) In overeenstemming met de Richtlijn inzake mensen met een handicap (voor Frankrijk is ze momenteel vastgelegd in de Wet 2005-102
d.d.11/02/2005, in het Wetsbesluit 2006-555 d.d.17/05/2006 en navolgende wijzigingen d.d. 1/08/2006, d.d. 26/02/2007 en d.d. 21/03/2007)
moet de monitor van de videofoon geplaatst worden op een hoogte van 0,90 - 1,30 m.
7.1.
BESCHRIJVING VAN DE KLEMMEN
]
PoW
ingang voedingsspanning vanaf voedingsapparaat (c)
]
line
BUS-lijn
}
z
Uitgang voor aansluiting van extra belsysteem (OP2)
K
7
B3
Installatie op doos Ø 60 mm
DS17-06A