Emmer klaarzetten
Geldt niet indien een optionele afvo-
erslang is aangesloten.
Werkwijze
Schuif de emmer in de luchtont-
vochtiger.
Beveilig de emmer met de
emmervergrendeling.
Optionele afvoerslang aansluiten
Zo nodig kan het condenswater via een
afvoerslang in plaats van naar de emmer
worden afgetapt. Ga hiertoe als volgt te
werk:
OPGELET! Onvoldoende prestatie
van het apparaat!
Steek het einde van de slang niet
het water (wateropstuwing
mogelijk).
Buig de afvoerslang niet.
Zet geen voorwerpen op de slang.
Werkwijze
1.
Verwijder de emmer.
2.
Bevestig een geschikte slang (12 x
2 mm) met een buisklem aan de
afvoeruitlaat (punt 2).
3.
Controleer of het einde van de slang
dieper ligt dan het begin van de
slang bij de afvoeruitlaat. Het
hoogteverschil moet minstens 5 %
zijn (5 cm/meter).
4.
Schuif de bovenste afdekplaat
(punt 3) voor de uitsparing (punt 4).
Draai hiertoe de schroef van de af-
dekplaat los en schuif de afdek-
plaat omhoog.
5.
Leid de afvoerslang weg naar een
afvoer of een geschikte container.
Elektrische aansluiting
Werkwijze
1.
Controleer of de netspanning
overeenkomt met de
voedingsspanning in de technische
gegevens.
2.
Bescherm de contactdoos en het
voedingsnet voldoende.
3.
In vochtige ruimtes en/of op bouw-
terreinen moet een aar-
dlekschakelaar worden geïn-
stalleerd.
4.
Controleer of de netstekker ges-
chikt is voor de contactdoos van
het gebouw.
5.
Controleer of de gebruikte con-
tactdoos geaard is.
6.
Steek de netstekker in de
contactdoos.
2
7.
Zo nodig mag er maximaal nog één
apparaat worden aangesloten op
de contactdoos van de
luchtontvochtiger. De ingebouwde
contactdoosbeveiliging verhindert
dat er meer dan een extra apparaat
kan worden bediend.
137