Attentie!
De wandsteunplaat moet bevestigd worden, anders kan de uitloop niet met de
benodigde stabiliteit worden aangebracht.
☞
Bij gebruik van installatieframes moet een mogelijkheid worden voorzien om de
wandsteunplaat te kunnen bevestigen.
10.1 Een uitsparing in de wand maken. De diepte van de uitsparing in de wand zo kiezen
dat de voorkant van de wandinbouwbox (d) perfect aansluit op de voorkant van het
metselwerk (bij tegels).
10.2 De transportbescherming van de wandsteunplaat (a) verwijderen.
10.3 De slang (b) van het spoelelement (c) losmaken.
10.4 De wandinbouwbox (d) plaatsen en de boringen voor de wandsteunplaat (a) en de
wandinbouwbox (d) aftekenen.
10.5 Boor volgens de markeringen.
Breng de pluggen aan.
10.6 De wandinbouwbox (d) horizontaal in de daarvoor bedoelde uitsparing in de wand
plaatsen en vastschroeven.
10.7 De wandsteunplaat (a) vastschroeven.
10.8 De slang (b) aan het spoelelement bevestigen.
Attentie!
Tijdens het draaien van de wartelmoeren (e) met een steeksleutel de
waterhoeveelheidreguleringen (f) op hun positie houden.
10.9 De wateraansluitingen realiseren.
10.10 De waterhoeveelheidreguleringen (f) zo plaatsen dat afsluitbout (g) en bedienings-
element (h) vlot bereikbaar zijn. Maak hiervoor zo nodig het spoelstuk los.
10.11 De systeemkabel (i) in de kabelbuis leggen en van armatuur naar armatuur
doortrekken.
☞
De systeemkabels ca. 50 cm uit de wandinbouwbox laten hangen.
10.12 De elektrische T-verdeler (k) aansluiten.
Elektrische T-verdeler monteren
☞
Belangrijk!
De componenten van de elektrische T-verdeler mogen alleen in spanningsloze
toestand worden gemonteerd.
☞
Aanbevolen systeemkabel (zie
Bij gebruik van andere kabels als systeemkabel op de gewijzigde kleurcode letten.
De buitendiameter mag niet groter zijn dan 7,5 mm.
10.13 De ommanteling (l) van de systeemkabel verwijderen (ca. 40 mm).
10.14 De wartelmoer (n) tot de aanslag op de systeemkabel (m) steken.
68
hoofdstuk
26.), Toebehoren.