NL
4. Parameterring
Bij fabrieksconfiguratie wordt de
bewegingsdetector ingesteld met een zwak
vooralarm (voor de reacties van het systeem,
zie de installatiegids van uw centrale). Men
kan het alarmniveau aanpassen via de
volgende parameterring:
Programmeringsvoorbeeld:
programmering van een detector met een
alarmniveau ingesteld op "vooralarm":
parameternummer 5, parameterwaarde 2
Parameterring
Parameternummer Alarmniveau
5
Controlelampe
van de
programmering
aan
Controlelampe
ongev. 10 sec.
van de
programmering
uit
Sequentie van
het indrukken
Begin door
De toets 5 maal
langdurig op
opeenvolgend
de toets te
indrukken, wat
duwen tot het
overeenstemt met
controlelampje
het parameter-
uitgaat.
nummer
5
Begin
5 maal
Langdurig
drukken voor
drukken tot het
de keuze van
controlelampje
het alarmniveau
vluchtig uitgaat
58
Parameterwaarde
Inbraak
1
Vooralarm
2
Afschrikking
3 (fabrieksconfiguratie)
Waarschuwing
4
ong.
5 sec.
Langdurig
De toets 1 tot 4
Beëindig de
indrukken van
maal
sequentie door
de toets tot het
opeenvolgend
langdurig op de
controlelampje
indrukken, in
toets te drukken tot
vluchtig uitgaat
functie van de
het controlelampje
parameterwaarde
uitgaat
2
ongeveer
2 sec.
2 maal drukken
Einde
om het
vooralarm
te kiezen
ongev. 10 sec.
ongeveer
2 sec.
Continu branden
van het
controlelampje
= correcte
parameterring
(2 sec.)