6.4
Zorg dat uzelf en het vrije uiteinde van de kabel die u zojuist met de MINPOOL
(NEG, N, -) van de accu hebt verbonden zo ver mogelijk van de accu verwijderd zijn en
sluit dan de MINCONNECTOR (ZWART) van de oplader aan op het vrije kabeluiteinde.
6.5
Zorg dat u van de accu af gekeerd bent wanneer u de laatste verbinding maakt
6.6
Het AC voedingssnoer van de oplader aansluiten op een wandstopcontact.
6.7
Wanneer u de oplader loskoppelt, doe dit dan altijd in de omgekeerde volgorde van de
verbindingsprocedure en verbreek de eerste verbinding terwijl u zo ver mogelijk van de
accu verwijderd bent.
6.8
Een scheepsaccu moet worden verwijderd en aan land opgeladen. Om deze aan boord te
kunnen opladen is apparatuur nodig die speciaal voor gebruik op schepen is ontworpen.
7.
AARDING EN AANSLUITINGEN VAN ELEKTRISCHE KABEL
WAARSCHUWING
7.1
Deze acculader is bestemd voor gebruik met een circuit van nominaal 230V, 50 Hz. (Zie
het waarschuwingsetiket op de lader voor de juiste ingangsspanning.) De stekker moet
worden aangesloten op een stopcontact dat correct geïnstalleerd en geaard is conform
alle plaatselijke voorschriften en verordeningen. De stekkerpennen moeten in het
stopcontact passen. Niet gebruiken met een niet-geaard systeem.
GEVAAR
7.2
in het stopcontact past, laat dan een correct stopcontact installeren door een bevoegd
elektricien. Een onjuiste verbinding kan risico op een elektrische schok of elektrocutie tot
gevolg hebben.
7.3
Aanbevolen minimale AWG-maat voor verlengsnoer:
30,5 meter lang of minder – een verlengsnoer van 10 gauge (6 mm
Meer dan 30,5 meter lang – een verlengsnoer van 8 gauge (10 mm
8.
ELEMENTEN
2
1
RISICO OP ELEKTRISCHE SCHOKKEN OF BRAND.
Verander nooit het bijgeleverde netsnoer of de stekker – als de stekker niet
3
5
7
8
4
1. Ampèremeter
2. Voltmeter
3. Schuimrubber handgreep
6
4. Fiberglas klemstaaf
5. Klemmen
6. Selectieschakelaar Laadsnelheid
7. Timer
8. Wiel
74
) gebruiken.
2
) gebruiken.
2